Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt. Gebruik de airconditioner in dit geval
samen met andere verwarmingssystemen.
(Wanneer er een verbrandingstoestel wordt
gebruikt, moet de ruimte regelmatig worden
geventileerd.)
Gebruik het verbrandingstoestel niet wanneer de
lucht van de airconditioner er rechtstreeks op
wordt geblazen.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator de
lucht in de ruimte te ventileren. Raadpleeg uw
lokale dealer voor details.
• Wanneer de binnentemperatuur de ingestelde
temperatuur overschrijdt, verspreidt de binnenunit
een lichte bries (schakelt over naar lichte bries).
De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting.)
KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA
DROGEN
• Dit programma vermindert de vochtigheid zonder
de binnentemperatuur te verlagen. De binnen-
temperatuur bij het indrukken van de werkings-
knop zal de ingestelde temperatuur zijn. Op dit
moment worden de ventilatorsnelheid en tempe-
ratuur automatisch ingesteld; de afstandsbedie-
ning toont de ventilatorsnelheid en ingestelde
temperatuur dus niet.
Om de binnentemperatuur en vochtigheid opti-
maal te verlagen, gebruikt u eerst de stand KOE-
LEN om de binnentemperatuur te verlagen, en
daarna het PROGRAMMA DROGEN. Wanneer
de binnentemperatuur wordt verlaagd, kan de
luchtstroom uit de airconditioner stoppen.
• Na lange tijd te werken met een omlaag gerichte
luchtstroom moet u de airconditioner een tijdje in
een andere richting gebruiken om condensatie op
de horizontale rotor te voorkomen. (De afstands-
bediening toont de ingestelde luchtstroomrich-
ting.)
• Wanneer het PROGRAMMA DROGEN wordt
gebruikt bij een lage binnentemperatuur, zal er
rijm gevormd worden op de warmtewisselaar van
de binnenunit. In dit geval schakelt de airconditio-
ner gedurende enige tijd automatisch om naar de
stand ONTDOOIEN.
Een lage ventilatorsnelheid of een zachte wind
wordt gebruikt om te voorkomen dat er smeltwa-
ter vrijkomt.
8
GELUIDSDRUKNIVEAU
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan
70 dB(A).
DE RICHTING VAN DE LUCHT-
STROOM INSTELLEN
• Er zijn 2 manieren om de richting van de lucht-
stroom in te stellen.
(Als het apparaat stopt, gaan de luchtstroomklep-
pen bij de luchtuitlaat (Regelkleppen verticale
luchtstroom) automatisch dicht.)
1. A. Omhoog en omlaag
2. B. Naar links en naar rechts
A. Omhoog en
omlaag
B. Naar links en naar rechts
Afb. 2
A. OMHOOG EN OMLAAG
Druk op de toets DE RICHTING VAN DE
LUCHTSTROOM INSTELLEN om de uitblaas-
hoek van de luchtstroom als volgt te wijzigen.
De LUCHTSTROOMRICHTING-
display beweegt zoals hier links
getoond, en de richting van de
luchtstroom verandert voortdu-
Beweging
rend. (Automatische draai-rich-
ting)
Druk op de toets DE RICHTING
VAN DE LUCHTSTROOM
INSTELLEN om de gewenste
richting van de luchtstroom te kie-
zen.
De display RICHTING VAN DE
LUCHTSTROOM stopt met bewe-
gen en de richting van de lucht-
stroom blijft vast (Instelling vaste
luchtstroomrichting).
Nederlands