Eigen witbalans
1 MENU t [Helderheid/ kleur] t [Witbalans] t [Eigen instelling].
2 Houd de camera zo dat het witte gebied volledig het AF-gebied in het
midden bedekt en druk vervolgens de ontspanknop in.
De sluiter klikt en de geijkte waarden (kleurtemperatuur en kleurfilter) worden weergegeven.
3 U roept als volgt de eigen witbalansinstelling op: MENU t [Helderheid/
kleur] t [Witbalans] t [Eigen].
U kunt de kleurtemperatuur nauwkeurig instellen met OPTION.
Opmerkingen
• Als de flitser afgaat wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, wordt een eigen witbalansinstelling
opgeslagen waarbij rekening wordt gehouden met het flitslicht. Gebruik bij latere opnamen ook de flitser.
• De mededeling "Fout eigen witbalans" wordt afgebeeld wanneer de waarde buiten het verwachte bereik
ligt, wanneer de flitser wordt gebruikt op een onderwerp dat erg dichtbij is, of wanneer zich een
onderwerp met een felle kleur in het scherpstellingskader bevindt. Als u deze waarde registreert, wordt op
het opname-informatiescherm de
aanbevolen dat u de witbalans opnieuw instelt voor een nauwkeurigere witbalanswaarde.
-indicator geel. U kunt nu een opname maken, maar het wordt
NL
91