24 Leonard
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken.
Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen in
geval van onderbrekingen
tijdens de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats.
LET OP! Een
temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen aan.
Uw handen kunnen hieraan
vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de
vloer tegen het ontdooiwater met bijv.
een doek of een platte opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
5. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken. .
6. Zet het apparaat aan en doe de deur
dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
twee tot drie uur in deze instelling
werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in
het vriesvak.
Periodes dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat (indien nodig).
4. Maak het apparaat en alle toebehoren
schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
LET OP! Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en
dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde
voedsel bederft, als de stroom
uitvalt.