Motor starten
Start de motor volgens de volgende procedure,
ongeacht of de motor koud of warm is.
Dit voertuig is uitgerust met een zijstandaard-
beveiliging met ontstekingsblokkering.
Als de zijstandaard omlaag is geklapt, kan de
u
motor niet worden gestart.
Als u de zijstandaard omlaag klapt terwijl de
u
motor draait, slaat de motor automatisch af.
Dit voertuig is voorzien van een Honda SMART
Key-systeem. Houd de Honda SMART Key altijd
bij u tijdens het rijden.
Als de motor van dit voertuig wordt
uitgeschakeld terwijl de contactschakelaar in de
stand (On) staat, wordt de verificatie na een
bepaalde tijd uitgeschakeld of als u het
verificatiebereik verlaat. Start de motor opnieuw
door stap
&
c
d
voeren.
58
(BLZ.37)
van de startprocedure uit te
Als de motor van dit voertuig wordt gestopt
u
door het stop-/startsysteem, wordt de
verificatie niet uitgeschakeld.
LET OP
• Als de motor niet binnen 5 seconden start, moet u
de contactschakelaar in de stand
10 seconden wachten voordat u de motor opnieuw
probeert te starten om de accuspanning te
verhogen.
• Het langdurig versneld stationair draaien en het
verhogen van het toerental kunnen de motor en
het uitlaatsysteem beschadigen.
• Zet, als het voertuig is omgevallen, eerst de
contactschakelaar in de stand
controleer het voertuig vervolgens nauwkeurig.
(Off) zetten en
(Off) en