Basishandelingen
#
Inspectie voor het rijden
Voor een veilige rit dient u uw voertuig
eerst zorgvuldig te inspecteren.
Het gebruik van basisfuncties.
(BLZ.22)
• Instrumenten
• Controlelampjes
(BLZ.32)
• Schakelaars
(BLZ.34)
• Stuurslot
• Anti-diefstal-alarmsysteem
(BLZ.43)
• Responssysteem (BLZ.49)
• Honda SMART Key-systeem
(BLZ.35)
• Stop-/startsysteem
(BLZ.55)
18
(BLZ.78)
#
Motor starten
(BLZ.29)
Start de motor en laat deze warmdraaien.
Drijf het toerental niet op.
#
Accelereren
(BLZ.62)
Draai het gas geleidelijk open.
Houd u aan de snelheidslimiet.
(BLZ.58)
#
Voertuig starten
(BLZ.62)
Geef, voor u wegrijdt, uw richting aan
met de richtingaanwijzerschakelaar
en controleer of er ander verkeer is.