7.3 Machine inzetten
1. Machine parallel aan de bodem uitlijnen.
2. Machine op het veld laten zakken.
3. Hydraulica van de driepuntslift op de zweefstand
zetten.
4. Tractoraftakas inschakelen. De tractoraftakas
alleen in stationair bedrijf of bij laag
tractormotortoerental langzaam inkoppelen.
Om de instelling van de machine te controleren:
5.
30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld
controleren.
OPMERKING
Voer regelmatig de volgende visuele inspecties
uit, bijvoorbeeld na elke keer opnieuw laden met
zaaigoed:
Zaaidiepte
Segmentverdelerkoppen
Zaaischijven
Doseerunit
7.4 Zaaidiepte controleren
1. Fijne aarde 1 boven het zaaigoed 2
verwijderen.
2. Zaaidiepte 3 bepalen.
3. Zaaigoed weer bedekken met fijne aarde.
4. Zaaidiepte op meerdere plaatsen in langs- en
dwarsrichting van de machine controleren.
MG6545-NL-II | G.1 | 28.03.2024 | © AMAZONE
3
2
7 | Machine gebruiken
Machine inzetten
CMS-T-00004492-D.1
CMS-T-00004517-D.1
1
CMS-I-00003257
77