Periodiek onderhoud en afstelling
2. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
3. Installeer de bougiedop.
OPMERKING
Installeer de bougiedop in de in de afbeel-
6
ding getoonde positie en zodanig dat de
bougiekabel geen omliggende onderdelen
raakt.
2
1. Bougiedop
2. Bougiekabel
4. Monteer de panelen.
Motorolie en olie-aanzuigzeef
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
demper
uitlaatdemperbeschermer worden
tijdens het gebruik zeer heet. Ter
voorkoming van mogelijke brand-
wonden moet u de uitlaatdemper
en de beschermer laten afkoelen
voordat u de olievuldop verwijdert.
1
[DWA17810]
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.
6-10
DAU66991
en