Instrumenten
SET
Druk op de
c
de toerenindicator het snelst knippert" is
ingesteld en het display schakelt over naar het
instellen van het "toerentalinterval waarbij de
toerenindicator knippert". Tegelijkertijd toont
de numerieke toerenteller het huidige
"toerentalinterval waarbij de toerenindicator
knippert" en toont het knipperende
staafsegment de huidige instellingen van het
"toerental waarbij de toerenindicator het snelst
knippert".
40
(Vervolg)
-toets. Het "toerental waarbij
SEL
Telkens als de
-toets wordt ingedrukt,
d
wordt het "toerentalinterval waarbij de
toerenindicator knippert" als volgt verhoogd:
250 r/min (omw/min), 500 r/min (omw/min),
750 r/min (omw/min), 1.000 r/min (omw/min)
en 0 r/min (omw/min).
Toerenteller
Numerieke toerenteller