VEILIGHEIDSTECHNISCHE
CONTROLES
De microcomputer van het elektroni-
sche systeem voert tijdens het gebruik
steeds controles uit. Voor het compleet
maken van deze elektronische veilig-
heidsmaatregelen dient de gebruiker
regelmatig zelf controles uit te voe-
ren. Indien U bij een controle proble-
men ontdekt, de rolstoel direct laten
nazien door de erkende vakhandel.
Dagelijkse controles
▲
De bedieningsmodule en daarmee
in verbinding staande elektronische
componenten op uiterlijke bescha-
digingen en correcte bevestiging
aan de rolstoel controleren.
▲
Bij uitgeschakelde bedieningsmo-
dule de joystick op uiterlijke be-
schadigingen controleren en testen
of de joystick uit alle posities weer
in de middenpositie terugkeert.
Wekelijkse controles
▲
Magneetremsysteem: Zorg voor
deze controle voor ongeveer 1 m
vrije ruimte rondom de rolstoel.
Beide instelknoppen voor maxima-
le snelheidsinstelling en wegrijds-
nelheid, van de bedieningsmodu-
le helemaal naar links draaien
(minimale eindinstelling).
28
De bedieningsmodule inschakelen
en wachten tot de AAN/ UIT con-
trolelampjes respectievelijk de accu
conditiemeter door oplichten of
langzaam knipperen aangeven dat
de bedieningsmodule gebruikskla-
ar is. Vervolgens de joystick lang-
zaam naar voren bewegen totdat
het remsysteem hoorbaar (klikge-
luid) reageert. De rolstoel gaat
mogelijkerwijs rijden. De joystick
nu meteen weer los laten. Het rem-
systeem moet nu binnen enkele
seconden weer hoorbaar vergren-
delen. Voer voor de rijrichtingen
rechts, links en achteruit dezelfde
test uit.
▲ Alle kabels en stekkers controleren
op uiterlijke beschadigingen en
goede aansluiting.
▲ De joystick en de daaronder liggen-
de manchetten controleren op be-
schadigingen en scheuren.
Jaarlijkse controles
▲ In het kader van het jaarlijkse on-
derhoud van de rolstoel het elek-
trische systeem door uw erkende
dealer laten controleren.