Maaimessen verwijderen
Een mes moet worden vervangen als u vast voorwerp
heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Om de
beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de
machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter
vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken.
Gebruik ter vervanging nooit messen van andere
fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheids-
normen.
Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een dikke
handschoen. Verwijder de mesbout, de borgring, de
anti-scalpeercup en het mes van de as (Fig. 15).
2
1
Figuur 15
1. Wiek van het mes
2. Mes
3. Anti-scalpeercup
Maaimessen slijpen
1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden
van het mes te slijpen (Fig. 16). Houd daarbij de
oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in balans
als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid
materiaal verwijdert.
1
Figuur 16
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
3
4
5
1082
4. Borgring
5. Mesbout
m–1854
14
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Fig. 17). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de wiek (Fig. 15). Herhaal dit indien nodig totdat
het mes in balans is.
1
Figuur 17
1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer het mes en de anti-scalpeercup op de as
(Fig. 15).
Belangrijk
Het gebogen deel van het mes moet naar
boven naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een
goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Monteer de klemring en de mesbout (Fig. 15). Zet de
mesbouten vast met een torsie van 115–149 Nm.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
Als een maaimes lager maait dan het andere, moet u dit
als volgt corrigeren:
1. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak de
bougiekabels(s) los van de bougie(s).
2. Pomp alle banden op de voorgeschreven spanning en
controleer of de messen niet krom zijn. Zie
Controleren op kromme messen, blz. 13.
3. Zet de machine op een maaihoogte van 89 mm of
102 mm. Zie Maaihoogte afstellen in het hoofdstuk
Gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat de gaffelpennen
op de stootkussens van het frame rusten.
4. Draai de messen totdat de punten van de messen op
een lijn staan ten opzichte van elkaar. De afstand
tussen de punten van de messen mag niet meer dan
3 mm zijn. Als de afstand tussen de punten van de
messen meer is dan 3 mm, moet u afstandsringen
(Onderdeelnr. 3256-24) tussen het desbetreffende
spilhuis en de onderkant van de maai-eenheid plaatsen
om de messen in een lijn te brengen.
2
m–1855
2. Mesbalans