Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vacuümaansluiting; Aansluiting Via Kleinflens; Aansluiting Via Slangkoppeling - vacuubrand VACUU VIEW Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiting en bediening
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
18
4.1 2 Vacuümaansluiting
4.1 2
Vacuümaansluiting
> Maximaal toelaatbare druk bij druksensor: 1,5 bar (abso‑
luut).
> Vuil en beschadigingen, met name aan de flens, kunnen de
meting nadelig beïnvloeden.
> Installeer het vacuüm‑meetapparaat indien mogelijk verti‑
caal met de flens naar beneden gericht; voorkomt ophoping
van condensaat.

Aansluiting via kleinflens

Benodigd aansluitmateriaal: spanring, universele centreerring
of binnencentreerring voor KF DN16.
1. Verwijder de stofkap.
2. Plaats het meetapparaat met de centreerring op de aanslui‑
ting van de apparatuur  kleine flens KF DN16.
3. Zet het meetapparaat vast met een spanring.

Aansluiting via slangkoppeling

Benodigd aansluitmateriaal: slangkoppeling DN 6/10 mm G1/4"
met O‑ring en passende slangklem (optie).
1. Verwijder de stofkap.
2. Draai de slangkoppeling met O‑ring in de binnendraad hand‑
vast aan.
3. Bevestig het meetapparaat via de slangkoppeling aan een
vacuümslang van de apparatuur.
4. Zet de vacuümslang vast, bijv. met een slangklem.
5. Zet het meetapparaat vast.
> Gebruik een vacuümslang die geschikt is voor het betref‑
fende vacuümbereik. Rubberen slangen, bijvoorbeeld, ont‑
gassen en zijn niet geschikt voor het fijnvacuümbereik.
> Houd de slangleidingen naar het meetapparaat zo kort
mogelijk.
20999293_NL_VVIEW (extd)_V1.12_171023

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vacuu view extended

Inhoudsopgave