Veiligheidswaarschuwingen
Deze veiligheidswaarschuwingen zijn een indicatieve aanwijzingen voor een veilige werkwijze en moeten worden
opgevolgd. Bovendien vervangen ze niet de lokale veiligheidsprocedures in de regio waar het instrument gebruikt
wordt. Lees deze veiligheidswaarschuwingen alvorens het meetinstrument te gebruiken. Bewaar als naslagwerk. Het
instrument mag alleen worden bediend door goed opgeleide en bevoegde personen. De bescherming die geboden
wordt door het instrument, de meetsnoeren of sondes kan in het gedrang komen als deze niet gebruikt worden zoals
aangegeven door de fabrikant.
Gebruikers van deze apparatuur en hun werkgevers worden erop attent gemaakt dat de lokale wetgeving inzake
gezondheid en veiligheid vereist dat ze geldige risicobeoordelingen moeten uitvoeren voor alle elektrotechnische
werkzaamheden, zodat de potentiële gevarenbronnen en het daarmee gepaard gaande elektrische letselgevaar,
zoals bij kortsluiting, kunnen worden geïdentificeerd. Wanneer blijkt dat het risico aanzienlijk is, moeten er
mogelijk gezekerde meetsnoeren worden gebruikt.
Vervangende zekeringen moeten van het juiste type en ampèrage zijn. Als u geen zekering van het juiste ampèrage
plaatst, resulteert dit in een brandgevaarlijke situatie en raakt het instrument beschadigd bij overbelasting.
Bedien het instrument niet of sluit het niet aan op een extern systeem als er zichtbare tekens van schade zijn of als
het lange periodes in een omgeving opgeslagen heeft gelegen, die buiten de specificaties valt.
Dit product is niet intrinsiek veilig. Niet in een explosiegevaarlijke atmosfeer gebruiken.
Het circuit dat wordt getest moet zijn uitgeschakeld, de stroom moet ervan af worden gehaald, het moet veilig zijn
geïsoleerd en er moet worden gecontroleerd of echt alle stroom eraf is voordat testverbindingen worden gemaakt
bij het uitvoeren van isolatie- en continuïteitstests.
De continuïteit van beschermende geleiders en de geaarde equipotentiaalverbinding van nieuwe of aangepaste
installaties moet worden gecontroleerd voordat een lusimpedantie voor aardfouten of een aardlekschakelaartest
wordt uitgevoerd.
Na een isolatieweerstandstest moet het instrument aangesloten blijven tot het circuit is ontladen naar een veilige
spanning.
Het instrument ontlaadt het circuit niet na een isolatieweerstandstest als de test is vergrendeld.
In dit geval moet het circuit op een andere manier worden ontladen.
Raak de circuitverbindingen en het onbeschermde metaalwerk van een geteste installatie of apparaat niet aan.
Bij storingen kan de systeemaarde onder stroom komen te staan.
Raak de aardingspinnen, meetsnoeren of hun uiteinden niet aan (inclusief verbindingen met het aardingssysteem
dat getest wordt) als er een installatie-aardingsfout kan ontstaan, tenzij adequate voorzorgsmaatregelen worden
genomen.
De voltmeterfunctie werkt alleen als het instrument is ingeschakeld en goed werkt.
Test voor en na gebruik altijd een bekende spanning om te controleren of het instrument correct werkt. Gebruik
het instrument niet als er onjuiste resultaten zijn verkregen.
De 'waarschuwing voor spanningvoerend circuit' en de 'automatische ontlading' dienen te worden beschouwd als
extra veiligheidsfuncties en niet als vervanging van normale veilige werkmethoden, die MOETEN worden nageleefd.
Het doel van het testen van aardlekschakelaars is het controleren van de juiste werking van beveiligingsapparatuur.
Vertrouw niet op de polariteitscontrolefunctie van de aardlekschakelaartest om de juiste bedrading van de
installatie te controleren. Deze moet onafhankelijk worden gecontroleerd met behulp van specifieke tests voor dat
doel.
Alleen door Megger goedgekeurde meetsnoeren mogen in combinatie met dit product worden gebruikt.
Alle meetsnoeren, sondes en krokodilklemmen moeten in goede staat verkeren, schoon zijn en mogen geen
scheuren of breuken vertonen in de isolatie. Controleer of de meetsnoeren onbeschadigd en compleet zijn voordat
u het instrument gebruikt. Met name de isolatie van de rode precisiesonde moet intact zijn om het risico van
kortsluiting en explosie van vlambogen te verminderen. Als er meer dan 4 mm metaal blootligt, moet de sonde
worden afgevoerd en niet worden gebruikt.
Het met het instrument meegeleverde netmeetsnoer mag alleen worden gebruikt door daartoe opgeleide en
competente personen. Sluit nooit meetsondes, pennen of andere voorwerpen aan op de drie kabelstekkers
vanwege het gevaar van elektrocutie en explosie van de vlamboog.
Vervangende zekeringen van afgezekerde meetsnoeren moeten van het juiste type en met de juiste waarde zijn,
zoals aangegeven op de testsnoeren.
Koppel de gezekerde testsnoeren los van het instrument en het te testen circuit voordat u de zekering vervangt.
Houd uw handen achter de beveiligingen van sondes/klemmen tijdens het testen.
Koppel altijd de meetsnoeren los van het instrument en schakel het instrument uit voordat u de batterijmodule
www.megger.com
13