7
Bedrij f
De kogelkraan is bedrij fsklaar zodra de werkzaamheden voor
inbedrij fstelling/hernieuwde inbedrij fstelling, zie hoofdstuk "6 In-
bedrij fstelling", zij n afgerond.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete of koude componenten en
leiding!
Componenten van kogelkranen en leidingen kunnen tij dens het
gebruik erg heet of erg koud worden en bij aanraking brand-
wonden veroorzaken.
Componenten en leidingen laten afkoelen of opwarmen.
Draag beschermende kleding en handschoenen.
Letselgevaar door onder druk staande componenten en ont-
snappend medium!
Draai de optionele testaansluiting niet los terwij l de kogel-
kraan onder druk staat.
Gevaar voor beknelling door bewegende aandrij f- en bedie-
ningsassen!
Grij p niet in de console zolang de pneumatische hulpenergie
van de aandrij ving effectief is aangesloten.
Onderbreek en vergrendel voor werkzaamheden aan de ko-
gelkraan het pneumatische hulpenergie- en stuursignaal.
Ontlucht de aandrij ving.
Blokkeer de aandrij fas en bedieningsas niet door voorwer-
pen in de console te klemmen.
Als de aandrij fas en de bedieningsas geblokkeerd zij n (bij v.
door "vastlopen" na een lange periode van stilstand), ver-
laag dan de restenergie (veerspanning) van de aandrij ving
voordat u de blokkering opheft, zie de bij behorende aandrij -
vingsdocumentatie.
Voordat u de aandrij ving demonteert, zet u de kogelkraan in
de veiligheidsstand.
Letselgevaar door ontsnappende afvoerlucht!
Tij dens bedrij f ontsnapt er lucht bij het regelen of bij het openen
en sluiten van de kogelkraan, bij v. op de aandrij ving
Draag oogbescherming bij het werken in de buurt van arma-
turen.
Neem tij dens het gebruik de volgende punten in acht:
De PFA kunststof afdichtvlakken hebben de neiging te vloei-
en. Na de inbedrij fstelling en het bereiken van de werktem-
peratuur eventueel de schroeven van de behuizing met de
betreffende aanhaalmomenten vastdraaien, zie tabel 15-1 in
hoofdstuk "15.1.1 Aanhaalmomenten".
Draai indien nodig alle fl ensverbindingen tussen de leiding
en de kogelkraan vast met de respectieve aanhaalmomenten
volgens tabel 15-2 of tabel 15-3 in hoofdstuk "15.1.1 Aan-
haalmomenten".
Met de regelsignalen moet de kogelkraan/aandrij ving wor-
den aangestuurd.
EB 20b_NL
Editie februari 2022
Technische wij zigingen voorbehouden
Kogelkranen die fabrieksmatig zij n uitgerust met een aandrij -
ving zij n nauwkeurig afgesteld. Wij zigingen aangebracht
door de gebruiker zij n voor zij n verantwoordelij kheid.
− Normale handkrachten zij n voldoende voor handmatige of
handmatige noodbediening op de aandrij ving (indien aan-
wezig). Het gebruik van verlengstukken om het bedienings-
koppel te verhogen is niet toegestaan.
− Bij kogelkranen met een handhendel geeft de stand van de
handhendel de positie van het gat in de kogel aan. De hand-
hendel loopt altij d evenwij dig aan het gat. Speciale uitvoerin-
gen vindt u in de betreffende bestelling.
–
Handhendel 90° dwars op de leiding: Kogelkraan
gesloten.
–
Handhendel evenwij dig aan de leiding: Kogelkraan
geopend.
Afb. 7-1:
Handhendel
GEVAAR
Gevaar voor letsel door een schokkerige bediening van de
kogelkraan!
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan extreem
gevaar opleveren voor personen of voor het leidingsysteem.
Open en sluit de kogelkraan niet abrupt, maar snel, zodat
drukstoten en/of temperatuurschokken in het leidingsysteem
worden voorkomen.
− Zie hoofdstuk "8 Storingen" als een kogelkraan lekt.
Bedrij f
7-1