Nederlands
Vertraging uitkrateren - deze optie wordt gebruikt om de
uitkratersequentie over te slaan bij het maken van kort op
elkaar gelegen lassen. Als de toortsschakelaar wordt
losgelaten voordat de timer verloopt, dan wordt Uitkrateren
overgeslagen en eindigt de las. Als de toortsschakelaar wordt
losgelaten nadat de timer verloopt, functioneert de
uitkratersequentie als normaal (indien ingeschakeld).
UIT (0) tot 10,0 seconden (uitgangssituatie = uit)
Type afstandsbediening – deze optie kiest het type analoge
afstandsbediening dat wordt gebruikt. Digitale
afstandsbedieningsapparaten (die met een digitale display)
worden automatisch geconfigureerd.
"TIG" = Gebruik deze instelling als u TIG last met een
voetbediend of handbediend regelapparaat (Amptrol) Als u
aan het TIG-lassen bent, dan stelt de linker bovenregeling
op de gebruikersinterface de maximum stroomsterkte in
die wordt verkregen als de TIG-stroomsterkteregeling op
de maximale instelling staat.
"Stick" (beklede elektrode)= Gebruik deze instelling als u
last of gutst meteen afstandsbediend regelapparaat voor
de uitgangsspanning. Als u aan het lassen bent met
beklede elektrode, dan wordt de linker bovenregeling op
de gebruikersinterface de maximum stroomsterkte in die
wordt verkregen als de beklede elektrode op zijn maximale
instelling staat. Als u aan het gutsen bent, dan wordt de
linker bovenregeling uitgeschakeld en wordt de
gutsstroomsterkte ingesteld op de afstandsbediening.
"All" = Met deze instelling kan de afstandsbediening in alle
lasstanden functioneren, wat de manier is waarop de
meeste machines met 6-pens en 7-pens
afstandsbedieningsaansluitingen werken.
"Joys" (standaard) = Gebruik deze instelling als u MIG last
met een MIG druktoorts met een joystickbediening.
Beklede elektrode-, TIG- en gutslasstroom wordt ingesteld
op de gebruikersinterface.
Opmerking: De "Joys"-instellingen verschijnen niet op
machines die geen 12-pens stekker hebben.
Fouttijd boogstart/-verlies - Deze optie kan worden gebruikt
om optioneel de uitgang uit te zetten als er geen boog wordt
verkregen of als de boog een zekere (hier ingestelde) tijd
wegvalt. In dat laatste geval wordt foutcode 269 getoond. Als
deze waarde op OFF staat, dan wordt de machine-uitgang
niet uitgeschakeld als geen boog wordt verkregen of als die
enige tijd is weggevallen. De trekker kan worden gebruikt om
de draad te verhitten (standaard). Als een waarde is
ingesteld, schakelt de machine-uitgang uit als geen boog
wordt verkregen binnen een bepaalde aangegeven tijd nadat
de trekker is ingedrukt of als de trekker ingedrukt blijft nadat
de boog weggevallen is. Om onterechte fouten te voorkomen
moet u Fouttijd Boogstart/-verlies op een geschikte waarde
zetten na overweging van alle lasparameters (inloop
draadaanvoersnelheid, lasdraadaanvoersnelheid, elektrische
toorts-uit, enz.).
UIT (0) tot 10,0 seconden (uitgangssituatie = uit)
Opmerking: Deze parameter is uitgeschakeld als het
lasproces Beklede elektrode, TIG of gutsen is.
Terugkoppeling aanhouden – bepaalt hoe
terugkoppelingswaarden worden weergegeven na een las:
"Nee" (fabrieksinstelling) – de laatste opgenomen
terugkoppelingswaarden knipperen 5 seconden na een
las, en gaan dan terug naar de weergavefunctie.
"Ja" – de laatste opgenomen terugkoppelingswaarden
knipperen oneindig na een las totdat er een regelknop
wordt aangeraakt of een boog wordt geslagen.
Stroombron kiezen – deze optie is er alleen voor de LADI-
interface. Hiermee selecteert u de analoge voedingsbron die
is aangesloten.
10
Nederlands