Revisie
2.8
Wegslepen, verladen en transporteren
Wegslepen
BA EZ17 nl* 1.1 * Safety_01_0
•
Voor het aan- of afkoppelen van de hydraulische verbindingen:
- De motor afzetten
- Druk ontlasten van het hydraulisch systeem
•
Opnemen en neerzetten van hulpstukken vereist bijzondere voorzich-
tigheid:
- hulpstuk volgens de handleiding opnemen en veilig vergrendelen.
- hulpstuk alleen op stevige, vlakke ondergrond neerzetten en tegen
kantelen en wegrollen beveiligen.
•
Voertuig en hulpstuk alleen in bedrijf nemen, als:
- Veiligheidsinrichtingen werkend zijn aangebracht.
- Verlichtings- en hydraulische verbindingen gemaakt en werkzaam
zijn.
•
Na het vergrendelen van het hulpstuk visuele controle van de vergren-
deling uitvoeren.
•
Bij het opnemen en het neerzetten van een hulpstuk mag niemand
zich tussen voertuig en hulpstuk bevinden.
•
Gevarengebied zeer ruim afsluiten.
•
Er mogen geen personen in het gebied van de wegsleepstang of de
wegsleepkabel aanwezig zijn. Als veiligheidsafstand geldt de 1,5-
voudige lengte van het wegsleepmiddel.
•
Voorgeschreven transportstand, toegestane snelheid en wegafstand
aanhouden.
•
Als trekvoertuig moet een voertuig worden gebruikt dat minstens van
dezelfde gewichtsklasse is. Verder moet het trekvoertuig met een
veilig remsysteem en voldoende trekkracht zijn uitgerust.
•
Alleen door een keurings- / certificeringsinstelling toegestane
wegsleepstangen of wegsleepkabel gebruiken, controle-intervallen
aanhouden.
•
Geen vervuilde, beschadigde of niet voldoende gedimensioneerde
wegsleepstangen of wegsleepkabels gebruiken.
•
Wegsleepstangen of wegsleepkabels alleen aan de gedefinieerde
punten bevestigen.
•
Uitsluitend conform deze gebruiksaanwijzing wegslepen, om schade
aan het voertuig te vermijden.
•
Bij het wegslepen op openbare straten / plaatsen de nationale
voorschriften in acht nemen (bijv. verlichtingsvoorschriften).
Veiligheid 2
2-11