Ge
Ge
br bruik
br br
uik
uik
spr
spr
ob
ob
lemen
lemen
Ge
Gebr
Ge
uik
uikspr
spr
sprob
ob
oblemen
lemen
lemen
In geval van storingen spelen vaak dezelfde factoren een rol:
1. Minimale lekkage aan de zuigzijde van de pomp vermindert de pompcapaciteit of doet de druk geheel wegvallen.
2. Een verstopt zuigfilter belemmert of verhindert de aanzuiging, zodat de pomp niet goed werkt.
3. Verstopte persfilters leiden tot een verhoogde druk in de manometer, maar verlaagde druk bij de doppen.
4. Er kan vuil in de pompkleppen zitten, zodat deze niet goed tegen de klepzitting sluiten. Dit vermindert het pomp-
resultaat.
5. Door slechte montage van de pomp, vooral membraandeksels, kan de pomp lucht aanzuigen, wat leidt tot ver-
minderde of geen capaciteit.
6. Vervuilde hydraulische onderdelen leiden tot snelle slijtage van het hydraulisch systeem.
Controleer daarom ALTIJD of
1. Zuig-, pers- en doppenfilters schoon zijn.
2. Slangen geen lekken of knikken vertonen. Besteed vooral aandacht aan zuigslangen.
3. Pakkingen en O-ringen aanwezig zijn en goed zijn.
4. De manometer goed werkt. Juiste dosering hangt hier van af.
5. De bedieningsarmatuur goed werkt. Gebruik schoon water om dit te controleren.
6. Hydraulische onderdelen schoongehouden worden.
Hy
Hydr
Hy
dr draulisc
dr dr
aulisch sy
aulisc
aulisc
h systeem
h sy
h sy
steem
steem
steem
Hy
Hy
aulisc
h sy
steem
STORING
Boom reageert traag
Cilinder functioneert niet
Boom vouwt niet uit
Veel lawaai
hydromotor
Veiligheidsklep
trekkerhydrauliek opent
steeds (open centre)
48
Storingen
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
Lucht in het systeem
Regelklep onjuist afgesteld
Te weinig hydraulische druk
Te weinig olie in het reservoir van
de trekker
Smoring of regelklep geblokkeerd
Olie om cilinders geleid
Lucht in hydraulisch systeem
Veldspuithydrauliek ingesteld op
closed centre hydrauliek.
CONTROLE / OPLOSSING
Maak de cilinderverbinding los en activeer het
hydraulische systeem tot er geen lucht meer in
zit (geen witachtige kleur)
Openen of sluiten tot de gewenste snelheid is
bereikt (naar rechts = minder snel).
Denk eraan dat de olie op bedrijfstemperatuur
moet zijn.
Controleer de druk van het hydraulische
systeem van de trekker.
Voor de veldspuit minimaal 130 bar.
Controleren en zo nodig bijvullen.
Beveilig de boom met een "S" haak.
Demonteren en reinigen
Verhoog ventilatortoerental met ventielenblok
Trekkerreservoir bijvullen. Gebruik olie die niet
schuimt.
Vervang nippel op ventielenblok.