BELANGRIJK
Onjuiste vulhoeveelheid! Oververhitting! Het aggregaat moet zo snel
mogelijk met vloeibaar koudemiddel in de vloeistofleiding gevuld worden. Dat
zal er dan voor zorgen dat er geen condities optreden waarbij er onvoldoende
zuiggas zou zijn nodig om de motor en de scrolls van de compressor te koelen.
De temperatuur kan zeer snel oplopen in de scrolls als niet aan deze
voorwaarde wordt voldaan.
Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat u het met koelmiddel vult.
Een voorvulling met vloeibaar koudemiddel kunt u doen via het onderhoudsventiel in de
vloeistofleiding. Het wordt ook aangeraden om de zuigzijde voor te vullen om een vacuüm te
vermijden. De juiste vulling moet dan gebeuren in de zuigleiding en door het kijkglas te observeren.
Er moet uiterste zorg worden besteed om het systeem niet te vol met koelmiddel te doen. De
systeemfabrikant/installateur moet de laadlimieten respecteren volgens geldige normen, zoals maar
niet beperkt tot EN 378.
NOTA: Om tegemoet te komen aan de Ecodesign Richtlijn 2009/125/EC om een zo efficiënt
mogelijk werking te krijgen moet het system gevuld worden met de juiste hoeveelheid
koudemiddel.
4.2.2
Vulniveau in het vloeistofvat
Het vloeistofvat is uitgerust met 2 kijkglazen. Eén staat op ongeveer 30 % vulniveau en het tweede
op ongeveer 80 %. De niveauregelaar zal een alarm geven als het niveau zakt beneden 20 %
vulhoeveelheid.
Figuur 33: Vulniveau van het vloeistofvat
4.2.3
Olievullingsprocedure
Copeland OMTE, OLE & OLTE koelaggregaten zijn voorgevuld met olie. Na de opstart zal het
olieniveau moeten worden gecontroleerd en indien nodig moet er olie worden bijgevuld.
Zoals vermeld in hoofdstuk 2.6.1 "Gekwalificeerde koudemiddelen en oliën" raadt Emerson aan
om enkel olie te gebruiken van de volgende types:
▪ Emkarate RL 32 3MAF
▪ Mobil EAL Arctic 22 CC
Het bijvullen van de olie kan gebeuren via het Schraeder ventiel dat zich bevindt op het afsluitventiel
van de zuigleiding.
Voor een leeg syteem kan het onderhoudsventiel aan de uitgang van het oliereservoir worden
gebruikt – zie Figuur 34.
AGL_Unit_LOCU_NL_Rev00
35