NOTA: De SB1 knop (test knop) laat toe om B10 (lage druk schakelaar) over te slaan. Het kan
soms nuttig zijn om de compressoren in bepaalde omstandigheden handmatig te laten
draaien. Alleen gekwalificeerd personeel mag de compressoren handmatig laten werken. De
systeem drukken en temperaturen moeten altijd binnen de acceptabele limieten gehouden
worden.
Drie LEDs (P1/P2/P3) tonen de status gedurende de reddingsmode:
▪ P1 groen= Koelvraag, compressoren draaien volgens S1 & S2 activatie
▪ P1 rood = Het systeem is in de reddingsmode
▪ P2 groen= Compressor 1 persgastemperatuur, olie niveau & overload status "OK"
▪ P2 rood = Compressor 1 >> Uitschakeling door hoge druk
▪ P3 groen= Compressor 2 persgastemperatuur, olie niveau & overload status "OK"
▪ P3 rood = Compressor 2 >> Uitschakeling door hoge druk
2.15.2 PS1 – Instelling lage druk schakelaar in de reddingsmode
En drukbegrenzer is geïnstalleerd voor een lage druk bescherming. Dit is volgens de EN 12263. Er
is een automatische reset.
In de reddingsmode neemt PS1 de regeling van de zuigdruk over. De instelling van de waarde moet
worden aangepast al naargelang de toepassing. De f abrieksinstellingen voor de lage druk
schakelaar zijn gedefinieerd voor veiligheidsredenen en niet voor de reddingsmode.
Bovenste instelpunt (bar) (1)
Dif ferentieel instelpunt (3)
Onderste instelpunt (bar)
Fabrieksinstelling (bar)
Lekkage rest druk (bar)
Aansluiting
Tabel 18
Figuur 21
▪ PS1 drukschakelaars hebben een individueel instelbaar differentieel.
▪ Gebruik een platte schroevendraaier of een sleutel van ¼" (vierkant) voor het wijzigen van de
instelling.
▪ Pas het bovenste instelpunt aan (1) door aan de spindel te draaien (1).
▪ Pas het laagste instelpunt aan (2) door aan de spindel (3) te draaien.
2.15.3 Werking van de ventilator in de reddingsmode
Af hankelijk van de omgevingstemperatuur kan het voldoende zijn dat er maar één ventilator zal
draaien in de reddingsmode. Ventilator 1 (motor M3, zekering F6) is de hoofdventilator in de
reddingsmode.
Als door lage omgevingstemperaturen het voldoende is dat er maar één ventilator draait moet de
tweede ventilator uitgeschakeld worden. De tweede ventilator (motor M4, zekering F7) moet
uitgeschakeld worden door het uitzetten van zekering F7. Het uitschakelen van de hoofdventilator
M3 door het uitschakelen van zekering F6 zal automatisch ook de tweede ventilator M4 uitschakelen.
AGL_Unit_LOCU_NL_Rev00
-0,5 ... 7
0,5 ... 5
-0,9
3,5 / 4,5
24
Soldeer 6 mm
1. Instelling bovenste instelpunt
2. Laagste instelpunt
3. Dif ferentieel instelling = variabel
23