De regeling start wanneer de zuigdruk (AI1) stijgt en de waarde (C16-C17/2+(C17*C24)/100) bereikt.
In het regelbereik (C16-C17/2 ~ C16+C17/2) zal het digitale koelaggregaat in PWM modus
geactiveerd worden al naargelang de instelling van parameters.
Wanneer de druk hoger is dan (C16 + C17/2) zal de TRIAC uitgang maximaal zijn. Wanneer de druk
lager is dan (C16+C17/2) maar hoger is dan (C16-C17/2) zal de digitale scroll compressor de
levering laten moduleren volgens de proportionele band. Als de druk lager is dan (C16-C17/2) zal de
digitale compressor worden uitgeschakeld.
NOTA: Wanneer het digitale ventiel van de compressor spanningsloos is zal de compressor
comprimeren (aan het laden zijn).
NOTA: Bij de start zal het ventiel onder spanning staan voor de C20 starttijd, dit wil zeggen,
de intervaltijd vooraleer het ventiel spanningsloos wordt gezet en de regeling start. Deze tijd
kan variëren tussen 0 en 10 seconden (fabrieksinstelling = 5 seconden).
2.15 Reddingsmode (emergency mode)
In het geval de regelaar een storing zou vertonen kan het aggregaat verder werken in een
reddingsmode. De regelaar wordt dan overgeslagen en het aggregaat zal werken op basis van de
lage druk schakelaar (B10). De functionaliteit van de hoge druk beveiligingsschakelaars (B21 & B22)
blijf t behouden.
NOTA:
De
lage
druk
schakelaar
B10
is
standaard
geconfigureerd als
een
beveiligingsschakelaar. Wanneer deze geactiveerd wordt in de reddingsmode zullen het in-
en uitschakelpunt moeten ingesteld worden volgens de toepassing.
2.15.1 Functionaliteit
De reddingsmode kan geactiveerd worden door de schakelaar S3.
Er zijn twee hoof dschakelaars (S1 [Compressor 1 AAN of STOP] en S2 [Compressor 2 AAN of
STOP]) om de compressoren in werking te stellen. De digitale compressor zal werken als een vaste
snelheids compressor (= 100 % capaciteit). In de reddingsmode moet er beslist worden of u met één
of twee compressoren wilt draaien om voldoende koelcapaciteit te behouden. Het uitschakelen van
één van de twee compressoren met S1 of S2 betekent halvering van de koelcapaciteit. Een
tijdsvertraging kan worden ingesteld met relais K42 om te vermijden dat de compressor in de
reddingsmode tevel aan-uit cyclussen heef t (f abrieksinstelling = 10 minuten). Indien er twee
compressoren geactiveerd zijn in de reddingsmode (S11 & S12) zullen beiden in parallel werken. De
tijdsvertraging zal ook voor beiden in parallel actief zijn.
De controle van de compressoren gebeurt met de lage druk schakelaar B10. De lage druk schakelaar
B10 is standaard geconfigureerd als een beveiligingsschakelaar. Wanneer deze geactiveerd wordt
in de reddingsmode zullen het in- en uitschakelpunt moeten ingesteld worden volgens de toepassing.
De tijdsvertraging start vanaf het moment dat het uitschakelpunt van de B10 is bereikt. Na de
tijdsvertraging zal de actieve compressor (of beiden) weer gaan draaien aan 100 % koelcapaciteit
totdat het uitschakelpunt B10 bereikt wordt.
De ventilatoren worden automatisch geactiveerd met de reddingschakelaar. De EC ventilatoren zijn
geprogrammeerd om te draaien op volle snelheid gedurende de reddingsmode door hun ingang D1.
Het is niet nodig om hier wijzigingen aan te brengen gedurende de reddingsmode.
Figuur 20: Reddingsmode – Vooraanzicht en onderaanzicht regelpaneel
22
AGL_Unit_LOCU_NL_Rev00