Leidingen moeten zo kort mogelijk gehouden worden en met minimale richtingsverandering worden
geplaatst. Gebruik altijd grote bochten en vermijdt dat olie of koudemiddel kan achterblijven in de
leiding. Dit is heel belangrijk voor de zuiggasleiding. De zuiggasleiding moet een beetje aflopen naar
het aggregaat toe. Aanbevolen wordt een hellingsgraad van 1/200 tot 1/250. Hoog en laag geplaatste
olietrappen zijn misschien nodig, evenals dubbele stijgleidingen en gereduceerde leidingdiameters,
als er een grote verticale hoogte moet overwonnen worden met de zuigleiding.
Lange leidingen moeten ook ondersteund worden om inzakkingen te vermijden waar olie in kan
achterblijven. Afstanden die moeten gerespecteerd worden bij de ondersteuning van de leidingen
vindt u in Tabel 21:
Leidingdiameter
1/2" (12,7 mm)
5/8" (16,0 mm)
7/8" (22,0 mm)
1 1/8" (28,5 mm)
Tabel 21: Maximale afstand tussen 2 ondersteuningspunten
NOTA: Het wordt sterk aanbevolen om zowel de zuig- als vloeistofleiding te isoleren tussen
het OLTE aggregaat en de verdamper.
3.2.2
Afmetingen van de aansluitingen
Zuigleiding
Figuur 29: Aansluitingen voor de zuig- en vloeistofleiding
Aggregaat
OMTE-76D
& OMTE-90D
OLE-49
OMTE-152D
& OLTE-82D
Tabel 22: Diameters van de zuig- en vloeistofleidingen
30
Max. afstand tussen
2 ondersteuningspunten
1,20 m
1,50 m
1,85 m
2,20 m
Vloeistofleiding
Zuigleiding
1 3/8" (34.925 mm)
1 3/8" (34.925 mm)
1 5/8" (41.275 mm)
Vloeistofleiding
5/8" (15.875 mm)
1/2" (12.7 mm)
7/8" (22.23 mm)
AGL_Unit_LOCU_NL_Rev00