Automatische vloeistofinjectie bij de OLE & OLTE: Een mechanisch injectieventiel (LIV) zorgt
voor een vloeistofinjectie in de scrolls van de compressor om de persgastemperatuur te verlagen
wanneer het aggregaat gaat werken bij toenoemende compressieverhoudingen. Er is een bulb aan
elk compressorhoofd bevestigd om een individuele regeling per compressor mogelijk te maken. Op
digitale compressoren zal een magneetventiel worden bekrachtigd tijdens de digitale modulatie om
vloeistofinspuiting dan te vermijden. Een bescherming tegen te hoge persgastemperaturen wordt
verzekerd door de aanwezigheid van twee persgastemperatuur thermostaten (B11 & B12; Klixon)
die direct geïnstalleerd zijn op de persgasleiding.
Controle draairichting van de compressor: Zorgt ervoor dat de compressor in de juiste richting
draait (rechtsom, uurwijzer zin) – dit is nodig voor de compressor te laten comprimeren en pompen.
Er gebeurt een automatische reset als de draairichting in orde is (bijvoorbeeld na het wisselen van
2 f asen bij de hoofdschakelaar).
Motorstroom overbelastingbeveiliging: De motorstroom overbelastingbeveiliging wordt mogelijk
gemaakt door de instelbare motorbeveiligingsschakelaars Q02 & Q03.
Vaste hoge druk schakelaar: Dit is een niet instelbare beveiliging om te voorkomen dat de
compressor buiten het veilige werkingsgebied (met een te hoge druk) zou werken. Reset is
automatisch.
▪ OMTE: 28,8 bar uitschakelen / 24 bar inschakelen.
▪ OLE:
28,8 bar uitschakelen / 24 bar inschakelen.
▪ OLTE: 28,8 bar uitschakelen / 24 bar inschakelen.
Deze hoge druk schakelaar is in dezelf de veiligheidskring als de persgasthermostaat. Het alarm
aangegeven door de XCM25D zal niet aangegeven welk van beide een alarm geef t (te hoge
persgastemperatuur of te hoge druk).
Instelbare hoge druk limiet: De regelaar heef t de mogelijkheid om het koelaggregaat te laten
stoppen bij een persgasdruk die lager is dan de aan/uit waarde van de hogedruk schakelaar. De
waarde van het hoge druk alarm kan aangepast worden met parameter E58.
Persgastemperatuur bescherming: Iedere compressor in het aggregaat is uitgerust met een
persgasthermostaat (DLT). De DLT's zijn in dezelf de veiligheidskring als de hoge druk schakelaar
en worden aangegeven door één algemeen alarm. Iedere compressor heef t zijn eigen
veiligheidskring. Additioneel is er een persgastemperatuur sensor geplaatst op de pergasleiding van
de digitale compressor. De regelaar gebruikt het signal van deze sensor voor regelf uncties en
veiligheidsfuncties.
Regelbaar lage druk alarm: De regelaar van het aggregaat heeft de mogelijkheid om het lage druk
alarm in te stellen (de lage druk wordt gemeten door een lage druk sensor). De fabrieksinstelling van
dit alarm wordt bepaald door het eigenschappen van het toegepaste koudemiddel. Indien nodig kan
de gebruiker de instelling aanpassen in functie van de toepassing.
▪ OMTE: 0,8 bar rel
▪ OLE:
0,3 bar rel
▪ OLTE: 0,3 bar rel
Regelbare lage druk schakelaar PS1: In het geval van een storing met de regelaar zal de lage druk
schakelaar gebruikt worden voor een noodwerking. De instelling van deze schakelaar zal moeten
worden aangepast af hankelijk van de werkingscondities en potentiële speciale voorwaarden. Het
werkingsgebied van de compressor gepubliceerd in Select moet altijd worden gerespecteerd. Meer
inf ormatie kunt u vinden in hoofdstuk 2.15 "Reddingsmode (emergency mode)".
In de standaard werkingsmodus zal de lage druk schakelaar voor biede compressoren werken als
een beveiliging.
Elke carterverwarming is direct aangesloten aan de regelaar. De carterverwarming zal worden
aangezet als de omgevingstemperatuur daalt beneden 10 °C en de compressor al langer dan
5 minuten stilstaat. Deze 5 minuten zijn niet van toepassing bij een opstart.
Vloeistofleiding samebouw: Filter droger met kijkglas en vochtigheisindicator.
16
AGL_Unit_LOCU_NL_Rev00