: Wanneer de slaapmodus op "ON" is ingesteld, kunnen de
#1
starttijd en werkingstijd van de automatische meting en de
intervaltijd van de slaapmodus worden gebruikt. De intervaltijd
van deze secties (1 t/m 6) kan niet worden gebruikt.
: Wanneer de slaapmodus op "OFF" is ingesteld, wordt de
#2
intervaltijd voor de slaapmodus niet weergegeven.
: Als de starttijd is opgegeven terwijl de werkingstijd op "OFF" is
#3
ingesteld, start de automatische meting wanneer de AUTO -
schakelaar op "ON" wordt ingesteld op de vooraf ingestelde
starttijd en gaat het proces door tot de AUTO -schakelaar op
"OFF" wordt gezet. Als de AUTO -schakelaar opnieuw op "ON"
wordt gezet, de automatische meting op de vooraf ingestelde
starttijd.
Wanneer de werkingstijd is opgegeven, blijft de
automatische meting zelfs als de AUTO -schakelaar tijdens
de automatische meting wordt gebruikt, doorgaan zolang de
werkingstijd duurt vanaf het tijdstip waarop de AUTO -
schakelaar oorspronkelijk op "ON" werd gezet.
#4
: Als de starttijd op "OFF" wordt ingesteld en werkingstijd
is opgegeven, voert de automatische meting de eerste
bloeddrukmeting uit zodra de AUTO -schakelaar op "ON"
wordt gezet, en blijft het meten voortduren zolang de
werkingstijd duurt.
Als de AUTO -schakelaar op "OFF" wordt gezet tijdens
automatische meting, wordt dit stopgezet.
Als deze AUTO -schakelaar weer op "ON" wordt gezet, wordt
de automatische meting uitgevoerd zolang de werkingstijd
duurt.
Opmerking
53