2.- INSTALLATIE
2.7.- KOUDEMIDDELAANSLUITINGEN
Zie voor het lokaliseren van de buiten- en binnenunits de volgende informatie:
BUITENUNIT
2
A
2%
BINNENUNIT
BUITENUNIT
BINNENUNIT
2%
2
2%
BUITENUNIT
2
1
2%
OPMERKING: De koelmiddelaansluitingen zijn
soldeeraansluitingen. Servicekleppen kunnen
optioneel worden geleverd.
- DE ZUIGLEIDING MOET ALTIJD GEÏSOLEERD ZIJN.
- DE HORIZONTALE LEIDINGEN MOETEN MINSTENS 2% NAAR DE BUITENUNIT GEKANTELD ZIJN.
- DE MAXIMALE SNELHEID IN DE LEIDINGEN MAG NIET GROTER ZIJN DAN 15 m/sec.
• 34 •
2%
POSITIE A: Een sifonzuiging moet worden geïnstalleerd aan de basis van de verti-
cale gasleiding, en sifons moeten worden geïnstalleerd om de 8 meter naar boven.
De minimumsnelheid van de afzuiging mag niet lager zijn dan 6 m/s. Maximale verti-
1
cale lengte 16m.
POSITIE B: Kantel de leidingen richting de buitenunit. Let in het bijzon-
B
der op een leidinglengte van meer dan 10 m en voorkom knelling van de
leidingaansluiting.
1
L
POSITIE C: Installeer een sifon aan de basis van het verticale deel van de
gasleiding. Er zijn geen verdere sifons nodig. Maximale verticale lengte 16m.
BINNENUNIT
C
A,B,C : Unit posities
L: Totale lengte
1 = Zuigleiding
2 = Vloeistofleiding
Installatiehandleiding • COMPACTAIR ADV2 IOM-MIL162D-0920 09/2020