1.- ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
1.12- OPTIES.
ELEKTRISCHE EN BEVEILIGINGSOPTIES.
Sensor binnenluchtkwaliteit.
De binnenluchtkwaliteit wordt gecontroleerd met de CLIMATIC™-hoofdregelaar via een VOS-sensor (vluchtige orga-
nische stoffen) die de hoeveelheid CO2 in de lucht tussen 0 en 2000 ppm detecteert. (Deze waarde varieert afhankelijk
van de bezettingsgraad van de ruimte). De sensor stuurt een signaal (0-20 mA) naar de regelaar om de buitenlucht te
moduleren.
Externe omgevingssensor.
Deze sensor kan gebruikt worden wanneer u wilt regelen via de temperatuur waar de sensor zich bevindt en niet via de
retourtemperatuur. Dit is waar de standaardunit tot zijn recht komt.
Vrije koeling.
Het is een energiebesparend systeem door middel van een regeling van kleppen, waardoor buitenlucht wordt aange-
zogen in de lokale lucht wanneer de buitentemperatuur lager is dan de lokale. Deze optie bestaat uit een regelpoort of
-poorten en een servomotor.
Verkrijgbaar in twee versies met een externe luchtklep, of het toevoegen van een tweede klep voor de retour van de
lokale lucht.
Rookdetector.
Driefasige relais voor elektrische bescherming van unit.
BEHANDELING CONDENSORBATTERIJ.
Anticorrosie condensor- & verdamperbatterijen.
KOUDEMIDDELCIRCUIT.
Servicekleppen.
Koudemiddel voorgevuld.
OVERIGE OPTIES.
Geluidsisolatie voor de compressor.
Verlaagt het geluidsniveau van de unit door een isolatie die de compressor afdekt.
Isolatie luchtbehandelingsunit.
Deze isolatie, die de binnenunit afdekt, heeft het brandvoortplantingsvermogen A1.
• 27 •
Installatiehandleiding • COMPACTAIR ADV2 IOM-MIL162D-0920 09/2020