Draadinrijger
1
2
3
Draadspanning
De juiste spanningsinstelling is belangrijk bij het naaien. Er is geen enkele spanningsinstelling geschikt
voor alle steekfuncties en stoffen.
1) Laat de persvoetlichter zakken. Zet de naald
in de hoogste stand door het handwiel naar u toe
te draaien tot aan de markering met een lijn op
de machine. Duw de naaldinrijger een bepaalde
afstand in en trek de draad over de draadgeleider.
2) Duw de naaldinrijger in de naald totdat deze
stopt. De naaldinrijger draait automatisch naar de
inrijgpositie en de haakpen gaat door het oog van
de naald. Neem de draad voor de naald en zorg
ervoor dat deze onder de haakpen zit.
3) Verlaag de draadspanning en laat de hendel
langzaam los. De haak draait en voert de draad
door het oog van de naald, waardoor een lus
ontstaat. Trek de draad door het oog van de naald.
Normale draadspanning voor naaien met rechte steken.
De draadspanning is te laag voor het naaien met rechte steken.
Draai de knop naar een hogere waarde.
De draadspanning is te hoog voor het naaien met rechte
steken. Draai de knop naar een lagere waarde.
draadspanning voor zigzag en decoratief naaien. De juiste
draadspanning is wanneer er een kleine hoeveelheid
bovendraad aan de onderkant van de stof verschijnt.
12