Het geluid wordt uitgestuurd via de
luidsprekers van het systeem en het
TV-toestel.
• Als de functie Controle voor HDMI is
uitgeschakeld of de geselecteerde
apparatuur is niet geschikt voor de functie
Controle voor HDMI, schakelt u het geluid
van het systeem of van het TV-toestel uit.
Het geluid blijft achter bij de TV-beelden.
• Stel de "A/V SYNC" in op "OFF" als "A/V
SYNC" is ingesteld op "ON".
Het systeem produceert geen of slechts een
heel zwak geluid afkomstig van de
aangesloten apparatuur.
• Het geluid van laag niveau kan nauwelijks
waarneembaar zijn, afhankelijk van het
programma of de disc. Pas het niveau van de
subwoofer aan (pagina 37).
• Druk op 2 + en controleer het
volumeniveau.
• Druk op
of 2 + en annuleer het dempen
van het geluid.
• Controleer dat de juiste ingang is
geselecteerd.
• Controleer dat alle kabels van het systeem en
de aangesloten apparatuur geheel in de
aansluitingen zijn gestoken.
• Controleer de HDMI-instellingen van de
aangesloten apparatuur.
Er wordt geen geluid uitgestuurd uit bepaalde
luidsprekers.
• Controleer dat de stekkers van de
luidsprekerkabels volledig in de
aansluitingen zijn gestoken.
Het geluid wordt onderbroken of er is ruis.
• Controleer "Formaten die door dit systeem
worden ondersteund" (pagina 43).
Het duurt even voordat het geluid wordt
uitgestuurd door het systeem, nadat het is
ingeschakeld.
• In de volgende gevallen kan het even duren
voordat het geluid wordt uitgestuurd door
het systeem nadat het is ingeschakeld:
– Wanneer één van de apparaten die via de
HDMI-verbinding op het systeem is
aangesloten, niet geschikt is voor de
functie Controle voor HDMI.
– Wanneer de functie Controle voor HDMI
op uit is gezet op één van de aangesloten
apparaten.
Gebruik in die gevallen het systeem nadat u
de functie Controle voor HDMI op aan hebt
gezet op alle aangesloten apparaten, of nadat
u de functie Controle voor HDMI op uit hebt
gezet op alle aangesloten apparaten, en ook
op het systeem zelf.
BEELD
Er wordt geen beeld weergegeven op het
TV-toestel.
• Controleer dat het het TV-toestel en het
systeem goed zijn aangesloten.
• Controleer dat het TV-toestel goed is
geselecteerd.
• Verander de bron van het inkomende signaal
door op de invoertoetsen te drukken.
• Stel het TV-toestel in op de juiste ingang.
• Controleer dat HDMI IN en HDMI OUT
niet zijn verwisseld.
• Controleer dat de snoeren volledig in de
aansluitingen op de apparatuur en dit
systeem zijn gestoken (pagina's 15, 17).
Er wordt geen 3D-beeld weergegeven op het
TV-toestel.
• Afhankelijk van het TV-toestel of de
videoapparatuur, worden 3D-beelden
misschien niet weergegeven. Controleer de
3D-beeldformaten die door het systeem
worden ondersteund (pagina 43).
Wanneer het toestel op stand-by staat, wordt
er geen beeld of geluid op het TV-toestel
weergegeven.
• Stel de "CTRL HDMI" in op "ON" als
"CTRL HDMI" is ingesteld op "OFF"
(pagina 38).
wordt vervolgd
41
NL