Inhoudsopgave
Advertenties
!5
!6
!7
!8
OPMERKING:
U hoeft de afhechtsteek functie instellingen niet te
veranderen als u ingebouwde motieven gebruikt.
!5 Afhechtsteek AAN/UIT (na iedere kleur wissel)
De draden kunnen rafelen als de steek data geen
afhechtsteken bevat bij het begin van iedere kleur sectie.
Voeg afhechtsteken toe om rafelen te voorkomen door
deze functie AAN te zetten.
- 1
!8
!6 Afhechtsteek AAN/UIT (na draad afsnijden)
Als u draad afsnijden AAN zet (zie "Draad afsnijden"
op de vorige pagina), zal de machine afhechtsteken
invoegen na de sprongsteken om rafelen te voorkomen.
!7 Motief positioneren tijdens borduren
Als u motief positioneren tijdens borduren AAN zet,
kunt u het borduurmotief opnieuw positioneren met de
pijltjestoetsen.
!8 Ring kalibreren
U kunt de middenpositie van de ringen kalibreren.
U moet eerst naar de borduurmodus gaan voordat u het
borduur instellingen venster kan openen.
Bevestig de borduureenheid en druk op de
- 1.
!8
De borduurarm beweegt naar de middenpositie.
Selecteer de ring en bevestig deze op de borduurarm.
- 2
!8
Plaats de template in de ring.
Pas de positie van de ring aan door op de pijltjestoetsen
te drukken, zodat de naald recht boven het gat in de
template staat, druk dan op de OK toets.
- 2 Pijltjestoetsen
!8
Druk op de volgende pagina toets om naar het volgende
menu te gaan.
103
toets
Advertenties
Inhoudsopgave
