Beeld Wipe/Oplossen (alleen GR-DX300/DX100)
(alleen beschikbaar bij monteren in willekeurige volgorde)
U kunt ook de op blz. 28 beschreven fade/wipe effecten
gebruiken.
DISSOLVE
De tweede scène komt geleidelijk op terwijl de eerste
scène geleidelijk verdwijnt.
WIPE — CORNER
De tweede scène komt vanaf de rechterbovenhoek naar
de linkeronderhoek over de eerste scène op.
WIPE — WINDOW
De tweede scène komt geleidelijk vanuit het midden van
het scherm naar de hoeken op en bedekt de eerste scène.
WIPE — SLIDE
De tweede scène komt geleidelijk vanaf rechts naar links
over de eerste scène op.
WIPE — DOOR
De eerste scène verloopt vanaf het midden naar de
rechter- en linkerkant van het scherm als een deur die
wordt open gedrukt waarachter de volgende scène ligt.
WIPE — SCROLL
De tweede scène komt vanaf de onderkant van het scherm
naar de bovenkant op en bedekt de eerste scène.
WIPE — SHUTTER
De nieuwe scène komt vanaf het midden van het scherm
naar de boven- en onderkant op en bedekt de eerste scène.
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN VIDEORECORDER
11
Spoel de band van de cassette in de camcorder terug
naar het begin van de scène die u wilt monteren en druk op
H
PAUSE (6)
.
12
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
videorecorder en druk op de VCR REC STBY toets (q6)
K of schakel de videorecorder handmatig in de
opnamepauzefunctie.
13
Druk op START/STOP toets
afstandsbediening. Het monteren gaat door zoals
geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de laatste
geregistreerde scène.
• Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie
schakelen en de videorecorder schakelt naar de
opnamepauzefunctie.
• Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de
gehele cassette automatisch tot het eind worden
gekopieerd.
• Als u een handeling uitvoert op de camcorder tijdens het
automatisch monteren, zal de videorecorder in zijn
opnamepauzefunctie gaan en zal het automatisch
monteren stoppen.
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en de
videorecorder.
Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor willekeurige
montage van meerdere scènes moet u op R.A.EDIT ON/OFF
J
van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
● Druk op R.A.EDIT ON/OFF
om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige
montage zijn vastgelegd.
● Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van
de afstandsbediening is verbonden, moet u de
afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder
richten en controleren dat de signalen niet door
voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
● Het monteren van meerdere scènes in de gewenste
volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een
band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn (
k
op de
J
van de afstandsbediening
blz. 14).
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze
naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u
het monteren met de camcorder en de videorecorder
exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet
wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat
u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u
daarom de timing van de camcorder t.o.v. de
videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1
Start de weergave van de cassette in de camcorder,
richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
J
op R.A.EDIT ON/OFF
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
2
Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder
en de camcorder moet u een duidelijk begin van een
scène als inmonteerpunt kiezen.
3
Speel de gemonteerde scène af.
• Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een
gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
• Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
4
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
4
vervolgens op MENU
5
5
Druk op + of –
om "
en druk op SELECT/SET
5
Druk op + of –
vervolgens "SYNCHRO" te
selecteren en druk op SELECT/SET
voor "SYNCHRO" licht op.
6
Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose, kunt
u nu de opname-timing van de videorecorder vooruit
5
zetten door op +
te drukken. U kunt de opname-
timing van de videorecorder ook terug zetten door op
5
–
te drukken. U kunt de waarde met stappen van
0,1 seconde vanaf –1,3 t/m +1,3 instellen.
3
Druk op SELECT/SET
7
5
Druk op + of –
om "
3
druk op SELECT/SET
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz.
42 starten.
OPMERKINGEN:
● Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
● Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
.
J
zodat het
. Het Menuscherm verschijnt.
(VIDEO)" te selecteren
3
.
3
. De waarde
om de instelling af te sluiten.
RETURN" te selecteren en
twee keer.
NE
43