Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Kielcorrectie Instellen; De Watertemperatuurcorrectie Instellen; Communicatie-Instellingen; Nmea 0183 - Garmin echoMAP 40 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor echoMAP 40 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

met temperatuursensor
instellen, pagina
22).
Type boot: Schakelt enkele kaartplotterfuncties in op basis van
het boottype.

De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de oppervlaktemeting voor
de diepte van een kiel te compenseren, zodat de diepte kan
worden gemeten vanaf de onderkant van de kiel in plaats van
vanaf de locatie van de transducer. Voer voor deze afstand een
positief getal in. U kunt een negatief getal invoeren als u wilt
compenseren voor een grote boot die een paar voet diep in het
water ligt.
1
Voer een actie uit, op basis van de locatie van de transducer:
• Als de transducer op de waterlijn
u de afstand tussen de locatie van de transducer en de
kiel van de boot. Voer deze waarde bij stap 3 en 4 in als
een positief getal.
• Als de transducer onder aan de kiel
meet u de afstand tussen de transducer en de waterlijn.
Voer deze waarde bij stap 3 en 4 in als een negatief getal.
2
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Kielcorrectie.
3
Selecteer
of
op basis van de locatie van de transducer.
4
Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.

De watertemperatuurcorrectie instellen

Voordat u de watertemperatuurcorrectie kunt instellen, moet u
een NMEA 0183-watertemperatuursensor of een transducer met
temperatuursensor aansluiten om de watertemperatuur te
meten.
De temperatuurcorrectie compenseert de temperatuurmeting
van een temperatuursensor.
1
Meet de watertemperatuur aan de hand van een
temperatuursensor of een transducer met temperatuurmeting
die is aangesloten op de kaartplotter.
2
Meet de watertemperatuur met een andere
temperatuursensor of een thermometer die nauwkeuriger is.
3
Trek de in stap 1 gemeten watertemperatuur af van de
watertemperatuur die u hebt gemeten in stap 2.
Het resultaat is de temperatuurcorrectie. Voer deze waarde
in stap 5 in als een positief getal als de op de kaartplotter
aangesloten sensor een koudere watertemperatuur aangeeft
dan in werkelijkheid het geval is. Voer deze waarde in stap 5
in als een negatief getal als de op de kaartplotter
aangesloten sensor een warmere watertemperatuur aangeeft
dan in werkelijkheid het geval is.
4
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Temp.correctie.
5
Voer de in stap 3 berekende temperatuurcorrectie in.
22
(De watertemperatuurcorrectie
is geïnstalleerd, meet
is geïnstalleerd,

Communicatie-instellingen

OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Communicatie.
Seriële poort 1: Stelt het invoer-/uitvoerformaat voor de seriële
poort in, te gebruiken voor het aansluiten van de kaartplotter
op externe NMEA toestellen, computers of andere Garmin
toestellen.
NMEA 0183-instelling: Stelt de NMEA 0183
uitvoertelegrammen in die de kaartplotter verstuurt, hoeveel
cijfers rechts van het decimaalteken worden overgebracht in
een NMEA uitvoer en hoe via-punten worden geïdentificeerd
(NMEA 0183 instellingen, pagina

NMEA 0183

De kaartplotters ondersteunen de NMEA 0183 standaard die
wordt gebruikt om verschillende NMEA 0183 toestellen aan te
sluiten, zoals VHF-portofoons, NMEA instrumenten,
stuurautomaten, windsensors en koerssensoren.
Raadpleg de installatie-instructies bij de kaartplotter voor het
aansluiten van de kaartplotter op optionele NMEA 0183
toestellen.
De goedgekeurde NMEA 0183 telegrammen voor de
kaartplotter zijn GPAPB, GPBOD, GPBWC, GPGGA, GPGLL,
GPGSA, GPGSV, GPRMB, GPRMC, GPRTE, GPVTG,
GPWPL, GPXTE en de Garmin-telegrammen PGRME, PGRMM
en PGRMZ.
Deze kaartplotter ondersteunt ook het WPL-telegram, DSC en
sonar NMEA 0183 invoer met ondersteuning voor de
telegrammen DPT (diepte) of DBT, MTW (watertemperatuur) en
VHW (watertemperatuur, snelheid en voorliggende koers).
NMEA 0183 instellingen
Selecteer Instellingen > Communicatie > NMEA 0183-
instelling.
Echolood: Schakelt NMEA 0183 uitvoertelegrammen in voor
het echolood (indien van toepassing).
Route: Schakelt NMEA 0183 uitvoertelegrammen in voor
routes.
Systeem: Schakelt NMEA 0183 uitvoertelegrammen in voor
systeeminformatie.
Garmin: Schakelt NMEA 0183 uitvoertelegrammen in voor
Garmin specifieke zinnen.
Positiemiswijzing: U kunt het aantal cijfers achter de decimale
komma instellen voor het overbrengen van NMEA uitvoer.
Waypoint-id's: Stelt het toestel in op het overbrengen van via-
puntnamen of -nummers via NMEA 0183 tijdens het
navigeren. Door nummers te gebruiken kunnen
compatibiliteitsproblemen met oudere NMEA 0183
stuurautomaten worden opgelost.
Diagnose: Hiermee wordt NMEA 0183 diagnostische informatie
weergegeven.
Standaardinstellingen: Stelt de NMEA 0183 instellingen terug
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.

Alarmen instellen

Navigatiealarmen

Selecteer Instellingen > Alarmen > Navigatie.
Aankomst: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u zich
binnen een opgegeven afstand of tijd van een koerswijziging
of bestemming bevindt.
Krabbend anker: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u
een opgegeven afstand afdrijft terwijl u voor anker ligt.
Koersfout: Hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer
de boot een opgegeven afstand van koers raakt.
22).
Toestelconfiguratie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Echomap 50 seriesEchomap 70 seriesEchomap 90 series

Inhoudsopgave