Systeeminstellingen
Printer instellen
74
Een aangesloten printer kan zowel in het display als in de webinter-
face worden ingesteld. Het instellen in de webinterface is beschreven
in het programmeerhandboek.
Druk op de knop
Druk op de knop naast de parameter
Er verschijnt een menu met de printertypes waaruit u kunt kiezen.
Let op:
Activeer de gewenste printer met de knop naast de typeaanduiding.
Het balkje in de knop van de geactiveerde printer wordt nu wit.
Verlaat het menu met de knop .
U moet het bijbehorende IP-adres van de geselecteerde netwerkprin-
ter invoeren.
Druk op de knop naast de parameter
In het display verschijnt het toetsenbord om het IP-adres in te voeren.
Voer het IP-adres in en bevestig met OK.
Direct printen
Met de parameter
loop van het programma een behandelprotocol naar de aangesloten
printer moet worden gestuurd en moet worden afgedrukt. Ook als het
behandelprotocol direct wordt afgedrukt, blijft het opgeslagen in de
besturing van de reinigingsautomaat. Met de knop
Hoofdmenu
het
kunnen meerdere exemplaren van een behandelproto-
col worden afgedrukt.
Druk op de knop naast de parameter
drukken te activeren.
Het balkje in de knop wordt nu wit.
Printer
.
wordt vastgelegd of er direct na af-
Type
.
IP-adres
.
Documentatie
Direct printen
om het direct af-
in