Programma-overzicht
Standaard zijn de behandelprogramma's aan de wagen A 503 toegewezen. De volgende
modules kunnen in verschillende combinaties worden gebruikt:
Uitzonderingen zijn de programma's
Voor het gebruik van andere wagens moeten in de webinterface onder "Beheer beladings-
systeem" nieuwe beladingssystemen worden aangemaakt. De "Beheer beladingssysteem"
is beschreven in het programmeerhandboek.
Vermogensstanden
De wagens van het modulaire beladingsconcept kunnen met verschillende modules wor-
den uitgerust. Afhankelijk van het soort en aantal geplaatste modules zijn er verschillende
hoeveelheden water en pomptoerentallen nodig om een vergelijkbare pompdruk te realise-
ren. Daarom worden bepaalde behandelprogramma's met meerdere vermogensstanden
geleverd. Hoe hoger de vermogensstand van een behandelprogramma, des te groter is de
hoeveelheid water en des te hoger is het pomptoerental.
De programmaopbouw en de volgende vermogensrelevante parameters zijn hetzelfde in
alle vermogensstanden:
- de waterkwaliteit
- de temperatuur
- de houdtijd
- de gedoseerde proceschemicaliën in %
- de droogtemperatuur
- de droogduur
(zie de bijlage, tabel "Vermogensstanden/wagens/modulecombinaties")
Voor beladingswagen APLW 511 met 3 niveaus moeten de standaardprogramma's wor-
den aangepast.
(zie de bijlage, tabel "Vermogensstanden van de programma's/wagens/modulecombina-
ties APLW 511")
Nieuwe programma's met vermogensstand "Max" voor een belading met 7–9 modules
zijn als programmaoverzichten opgenomen in de bijlage van het programmeerhandboek.
Ampullen
Pipetten
en
, zie de tabel.
Gebruik
41