Afdrukken
1. Open het
2. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: klik op Meer, klik op Speciaal papier en kies een geschikte
kaartsoort.
•
Afdrukkwaliteit: Normaal of Beste.
•
Formaat: een geschikt kaartformaat
3. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Gebruik de
in het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
Opmerking
oplossing van het probleem wanneer een bericht meldt dat het papier op is.
Afdrukken op indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
Richtlijnen
Zorg dat u de capaciteit van de papierlade niet overschrijdt: 20 kaarten.
Het afdrukken voorbereiden
1. Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
2. Plaats de kaarten tegen de rechterkant van de lade. Het papier moet met de
afdrukzijde naar beneden liggen en de korte rand moet in de richting van de printer
wijzen.
3. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de kaarten.
Afdrukken
1. Open de
2. Klik op het tabblad Functies en geef de volgende afdrukinstellingen op:
•
Papiersoort: Gewoon papier
•
Formaat: een geschikt kaartformaat
3. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Gebruik de
in het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
"Dialoogvenster Eigenschappen voor printer" op pagina
"Helpfunctie Wat is dit?" op pagina 54
Zie
"Bericht dat het papier op is" op pagina 79
"Dialoogvenster Eigenschappen voor printer" op pagina
"Helpfunctie Wat is dit?" op pagina 54
Afdrukken op indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
53.
voor meer informatie over de functies
voor Help bij het
53.
voor meer informatie over de functies
33