10.18.3 Uitgebreide parameter – werking toetsen
Opties:
Met 'werking toetsen' wordt vastgelegd of bij het indrukken van de linker- of rechterzijde van de
toets een bewegingstelegram voor omhoog of omlaag wordt verzonden.
10.18.4 Uitgebreide parameter – zenden van objecten
Opties:
Met de parameter 'zenden van objecten' wordt vastgelegd of de objectwaarden bij iedere
toetsbediening verzonden worden of alleen als de objectwaarden sinds het laatste verzenden
zijn gewijzigd.
10.18.5 Uitgebreide parameters – objectwaarden
Opties:
De objectwaarden kunnen 'normaal' of 'omgekeerd' via de bijbehorende 1-bit
communicatieobjecten worden verzonden. Als de parameter 'objectwaarden' op 'omgekeerd' is
ingesteld, verzenden alle 1-bit communicatieobjecten van de afzonderlijke standen hun
waarden omgekeerd.
10.18.6 Uitgebreide parameters – bitpatroon objectwaarden
Opties:
De standen kunnen in twee verschillende bitpatronen worden geschakeld.
x van n (bij 5 objecten, object 0 ... 4):
00000
10000
11000
11100
11110
11111
KNX Technisch Handboek 2273-1-8906 / 2CKA002273B8906
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie '2-toetsen-standenschakelaar'
1e toets omlaag / 2e toets omhoog
1e toets omhoog / 2e toets omlaag
Bij waardewijziging
Bij bediening
Normaal
Omgekeerd
x van n
1 van n
1 van n (bij 5 objecten, object 0 ... 4):
00000
10000
01000
00100
00010
00001
│72