10.9.3
Uitgebreide parameter – tijd voor lange bediening
Opties:
Bij het indrukken van de toets kan een onderscheid worden gemaakt tussen korte en lange
bediening. Bij korte bediening van de toets wordt steeds een stand vooruit geschakeld. Bij lange
bediening wordt de eerste stand geactiveerd. Daarmee kan door een lange bediening van de
toets vanuit iedere stand terug naar de eerste stand worden gesprongen, zonder dat men de
overige standen moet doorlopen.
Met 'tijd voor lange bediening' wordt vastgelegd vanaf welke tijd een lange druk op de toets
wordt herkend en de objectwaarden worden gereset. De eerste stand moet weer worden
ingesteld door het indrukken van de toets. Er kan een willekeurige tijd van 0,3 tot 2,5 s ingesteld
worden. Een typische waarde vanaf welke wordt teruggesprongen naar stand 1 is 0,4 seconde.
10.9.4
Uitgebreide parameter – zenden van objecten
Opties:
Met de parameter 'zenden van objecten' wordt vastgelegd of de objectwaarden bij iedere
toetsbediening verzonden worden of alleen als de objectwaarden sinds het laatste verzenden
zijn gewijzigd.
10.9.5
Uitgebreide parameters – objectwaarden
Opties:
De objectwaarden kunnen 'normaal' of 'omgekeerd' via de bijbehorende 1-bit
communicatieobjecten worden verzonden. Als de parameter 'objectwaarden' op 'omgekeerd' is
ingesteld, zenden alle 1-bit communicatieobjecten, van de afzonderlijke standen, hun waarden
omgekeerd uit.
10.9.6
Uitgebreide parameters – bitpatroon objectwaarden
Opties:
De standen kunnen in twee verschillende bitpatronen worden geschakeld.
x van n (bij 5 objecten, object 0 ... 4):
00000
10000
11000
11100
11110
11111
KNX Technisch Handboek 2273-1-8906 / 2CKA002273B8906
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie '1-toets-standenschakelaar'
00.300 ... 02.500
Bij waardewijziging
Bij bediening
Normaal
Omgekeerd
x van n
1 van n
1 van n (bij 5 objecten, object 0 ... 4):
00000
10000
01000
00100
00010
00001
│50