10.9
Applicatie '1-toets-standenschakelaar'
Opmerking
De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen:
■
■
■
■
Steeds als er weer op toets 1 of toets 2 wordt gedrukt, worden verschillende schakelcycli
geactiveerd.
Voorbeeld:
Eerste bediening (toets 2) schakelt lamp 1 aan.
■
Tweede bediening (toets 2) schakelt lamp 1 uit en lamp 2 in.
■
Derde bediening (toets 2) schakelt lamp 2 uit en lamp 3 in.
■
Vierde bediening (toets 1) schakelt lamp 3 uit en lamp 2 in.
■
Vijfde bediening (toets 1) schakelt lamp 2 uit en lamp 1 in.
■
Enz.
■
Er kunnen tot vijf schakelstanden worden geactiveerd.
De applicatie detecteert daarbij of toets 1 of toets 2 is ingedrukt. Afhankelijk van de instelling
kan daardoor één stand omhoog of één stand omlaag worden geschakeld.
10.9.1
Algemene parameter – aantal objecten
Opties:
De applicatie kan tot vijf standen schakelen. Voor iedere stand is een eigen 1-bit
communicatieobject beschikbaar. Het aantal standen wordt vastgelegd met de parameter
'aantal objecten'.
10.9.2
Algemene parameters – evaluatietijdspanne
Opties:
De applicatie detecteert of een toets een, twee, drie, vier of vijf keer is ingedrukt.
Als de toets een meervoudige bediening moet herkennen, dan moet de toets in een relatief
korte periode meerdere keren worden bediend. De tijd waarin de toets een meervoudige
bediening evalueert, wordt na elke bediening opnieuw gestart.
KNX Technisch Handboek 2273-1-8906 / 2CKA002273B8906
Toets 1 / bedieningswip 1
Toets 2
Toets 3 / bedieningswip 2
Toets 4
1 ... 5
02.000 ... 05.000
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie '1-toets-standenschakelaar'
│49