Pagina 7
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com KNX Technisch Handboek 2273-1-8906 / 2CKA002273B8906 │7...
Pagina 8
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen.
Pagina 9
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 9 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Pagina 10
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen. De elektrotechnische installateur moet zich houden aan de in zijn land geldende nationale voorschriften over installatie, functiecontrole, reparatie en het onderhoud van elektrische producten.
Pagina 11
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 230 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend worden uitgevoerd ■...
Pagina 12
Veiligheid Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Pagina 13
Opbouw en functie Opbouw en functie Afb. 1: Productoverzicht [1] Draagring (niet bij levering inbegrepen) [2] Inbouwsokkel schakelaar-aankoppelaar 2-voudig [3] Inbouwsokkel schakelaar-aankoppelaar 4-voudig [4] Afdekraam (niet bij levering inbegrepen) [5] Impulsdrukker 2-voudig (niet inbegrepen bij levering) [6] Impulsdrukker 4-voudig (niet inbegrepen bij levering) Het apparaat is een schakelaar-aankoppelaar voor decentrale inbouwmontage.
Pagina 14
(www.busch-jaeger-catalogus.nl). Alleen de volgende draagringen gebruiken: ES: N2271.9F; MX: N2373.9; CN: 2TCA014501P0001 Typenoverzicht Artikelnummer Productnaam Sensorkanalen Schakelaar-aankoppelaar, 2-voudig 6108/06-BS-500 Schakelaar-aankoppelaar, 4-voudig 6108/07-BS-500 Tab.1: Typenoverzicht Functies De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke functies en toepassingen van het apparaat:...
Pagina 16
Technische gegevens Technische gegevens Benaming Waarde Voeding 24 V DC (via buslijn) Busdeelnemer 1 (≤12 mA) Busaansluitklem: 0,4 … 0,8 mm Aansluiting Kabeltype: J-Y(St)Y, 2 x 2 x 0,8 mm Isolatie strippen: 6 … 7 mm Beschermingsgraad IP20 Omgevingstemperatuur -5 °C … +45 °C Opslagtemperatuur -20 °C …...
Pagina 17
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Gevaar – Elektrische spanning! Installeer de apparaten uitsluitend wanneer u over de vereiste elektronische kennis en ervaring beschikt. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie brengt u het eigen leven en ■ dat van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie kan aanzienlijke materiële ■...
Pagina 18
Aansluiting, inbouw / montage Montage Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: 1. Draai het apparaat in de correcte inbouwpositie. – De markering ‘TOP’ [1] moet zich bovenaan bevinden. 2. Draai de draairing in de correcte inbouwpositie.
Pagina 19
Aansluiting, inbouw / montage 4. Verbind de buskabel met de busaansluitklem [1], zie hoofdstuk 5.1 “Elektrische aansluiting“ op pagina 17. – Let op de correcte polen! 5. Plaats het apparaat in de inbouwdoos en schroef de draagring in de inbouwdoos vast. 6.
Pagina 21
Inbedrijfname Inbedrijfname Software Om het apparaat in bedrijf te kunnen nemen, moet een fysiek adres worden toegewezen. De toekenning van het fysieke adres en het instellen van de parameters gebeurt met behulp van de Engineering Tool Software (ETS). Opmerking De apparaten zijn producten in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen.
Pagina 22
Update Update De firmware wordt met de ETS-app ‘KNX Bus Update’ geüpdatet. Opmerking De beschrijving van het updateproces kan in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl) worden gedownload. Deze is op de apparaatpagina onder de rubriek ‘Software’ te vinden. KNX Technisch Handboek 2273-1-8906 / 2CKA002273B8906 │22...
Pagina 23
Bediening Bediening De bediening vindt plaats door het indrukken van de individuele impulsdrukkers. De functie wordt via de toegewezen applicatie / functie en de parametrering vastgelegd. Voor de impulsdrukkers zijn omvangrijke functies beschikbaar. De omvang van de applicatie vindt u in het hoofdstuk Hoofdstuk 10 “Applicatie- /parameterbeschrijvingen“...
Pagina 24
Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Pagina 25
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Toepassings-(applicatie)programma Applicatie-/parameterbeschrijvingen 10.1 Toepassings-(applicatie)programma Het volgende toepassings-(applicatie)programma is beschikbaar: Bedieningselement 2/4-voudig/3 ■ 10.2 Overzicht applicaties Het applicatieprogramma voor de apparaten bevat de hieronder aangegeven KNX-applicaties: 1-toets-schakelen ■ 1-toets-dimmen ■ 1-toets-jaloezie ■ 1-toets-kort-lang-bediening ■ 1-toets-waardezender ■ 1-toets-waardezender, 2 objecten ■ 1-toets-standenschakelaar ■...
Pagina 26
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-schakelen’ 10.3 Applicatie ‘1-toets-schakelen’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Bij het indrukken en/of het loslaten van de toets wordt een schakeltelegram verzonden. De applicatie stelt voor toets 1 en toets 2 een eigen set parameters en communicatieobjecten beschikbaar.
Pagina 27
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-schakelen’ 10.3.2 Algemene parameter — reactie op dalende flank Opties: Afwisselend aan/uit Gedeactiveerd De applicatie detecteert of de toets wordt ingedrukt of losgelaten. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. De applicatie ‘1-toets-schakelen’ stelt voor de linker- en rechterzijde van de toets twee eigen communicatieobjecten ‘schakelen’...
Pagina 28
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-dimmen’ 10.4 Applicatie ‘1-toets-dimmen’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ De toetsen hebben communicatieobjecten voor schakelen en dimmen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kort (schakelen) en lang (dimmen) indrukken van de toets.
Pagina 29
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-dimmen’ 10.4.3 Algemene parameter – werking toetsen voor dimmen Opties: Donkerder Helderder Afwisselend helderder/donkerder Als de toets lang wordt ingedrukt, wordt een dimtelegram verzonden naar het 4-bit communicatieobject ‘relatief dimmen’. Met ‘werking toetsen voor dimmen’ wordt vastgelegd of bij een lange bediening een telegram voor helderder of donkerder dimmen wordt verzonden.
Pagina 30
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-jaloezie’ 10.5 Applicatie ‘1-toets-jaloezie’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Met de applicatie ‘1-toets-jaloezie’ kunnen door korte of lange bediening van de toets commando's voor jaloeziebeweging en/of lamellenverstelcommando's naar gekoppelde jaloezieaktoren worden verzonden.
Pagina 31
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-jaloezie’ 10.5.3 Algemene parameter — objecttype Opties: 1 bit 1 byte 0..100% Met de parameter objecttype kan worden vastgelegd of de jaloeziebesturing met twee 1-bit of twee 1-byte communicatieobjecten ‘bewegen’ en ‘verstellen’ wordt uitgevoerd. Als 1-byte als objecttype is geselecteerd kunnen de communicatieobjecten worden gekoppeld aan 1-byte positieobjecten van jaloezieaktoren.
Pagina 32
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-jaloezie’ 10.5.6 Uitgebreide parameter – waarde voor positie omhoog (%) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘functieomschakeling jaloezie/rolluik’ op jaloezie staat. Opties: 0 ... 100 Met deze parameter wordt de positie ingesteld, waarop een gekoppelde jaloezie omhoog moet bewegen.
Pagina 33
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-korte-lange-bediening’ 10.6 Applicatie ‘1-toets-korte-lange-bediening’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ De applicatie stelt via één toetszijde twee aparte functies beschikbaar, die via korte en lange bediening van de toets kunnen worden opgeroepen.
Pagina 34
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-korte-lange-bediening’ 10.6.2 Algemene parameter — reactie op korte bediening Opties: Geen reactie Waarde 1 Waarde 2 Afwisselend waarde1/waarde2 Hiermee wordt vastgelegd of de ‘waarde 1’ of de ‘waarde 2’ bij korte bediening van de toets wordt verzonden. Als alternatief kan bij korte bediening ook afwisselend waarde1/waarde2 worden ingesteld. Dan wordt nadat de waarde 1 is verzonden (of ontvangen) bij een nieuwe bediening de waarde 2 verzonden.
Pagina 35
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-korte-lange-bediening’ 10.6.5 Uitgebreide parameter — waarde 1 voor korte bediening Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie bij korte bediening’ op ‘waarde 1’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. Opties: Hiermee wordt waarde 1 vastgelegd die bij een korte bediening van de toets wordt verzonden. Dit is afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype’.
Pagina 36
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-korte-lange-bediening’ 10.6.8 Uitgebreide parameter — waarde 2 voor lange bediening Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie bij lange bediening’ op ‘waarde 2’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. Opties: Hiermee wordt waarde 2 vastgelegd die bij een lange bediening van de toets wordt verzonden. Dit is afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype’.
Pagina 37
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender’ 10.7 Applicatie ‘1-toets-waardezender’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ De applicatie ‘1-toets-waardezender’ stelt voor de linker- of rechterzijde van de toets een eigen communicatieobject ‘schakelen’...
Pagina 38
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender’ 10.7.2 Uitgebreide parameter — reactie op stijgende flank Opties: Geen reactie Waarde 1 Waarde 2 Afwisselend waarde1/waarde2 De applicatie detecteert of de toets wordt ingedrukt of losgelaten. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. De applicatie ‘1-toets-waardezender’...
Pagina 39
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender’ 10.7.4 Uitgebreide parameter — reactie op dalende flank Opties: Geen reactie Waarde 1 Waarde 2 Afwisselend waarde1/waarde2 De applicatie detecteert of de toets wordt ingedrukt of losgelaten. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. De applicatie ‘1-toets-waardezender’...
Pagina 40
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender’ – 1 bit: schakelfuncties (bijv. aan/uit, vrijgegeven/geblokkeerd, waar/onwaar) – 1 byte 0..100%: procentuele waarden (0 = 0 %, 255 = 100 %) – 1 byte 0..255: willekeurige waarden van 0 tot 255 – 2 byte float: zwevendekommawaarde (fysieke waarden zoals temperatuur, helderheid, …) –...
Pagina 41
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8 Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Met de applicatie ‘1-toets waardezender, 2 objecten’ kunnen bij het indrukken en / of loslaten van de toets twee telegrammen met vooraf gedefinieerde waarden van twee verschillende communicatieobjecten worden verzonden.
Pagina 42
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.1 Algemene parameter — objecttype voor stijgende flank Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned De applicatie ‘1-toets-waardezender’...
Pagina 43
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.2 Algemene parameter — objecttype voor dalende flank Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned De applicatie ‘1-toets-waardezender’...
Pagina 44
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.3 Uitgebreide parameter — reactie op stijgende flank Opties: Geen reactie Waarde 1 Waarde 2 Afwisselend waarde1/waarde2 De applicatie detecteert of de toets wordt ingedrukt of losgelaten. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. De applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’...
Pagina 45
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.5 Uitgebreide parameter — waarde 1 voor stijgende flank Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie op stijgende flank’ op ‘waarde 1’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor stijgende flank’.
Pagina 46
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.6 Uitgebreide parameter — waarde 2 voor stijgende flank Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie op stijgende flank’ op ‘waarde 2’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor stijgende flank’.
Pagina 47
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.7 Uitgebreide parameter — waarde 1 voor dalende flank Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie op dalende flank’ op ‘waarde 1’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor dalende flank’.
Pagina 48
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-waardezender, 2 objecten’ 10.8.8 Uitgebreide parameter — waarde 2 voor dalende flank Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie op dalende flank’ op ‘waarde 2’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor dalende flank’.
Pagina 49
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-standenschakelaar’ 10.9 Applicatie ‘1-toets-standenschakelaar’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Steeds als er weer op toets 1 of toets 2 wordt gedrukt, worden verschillende schakelcycli geactiveerd.
Pagina 50
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-standenschakelaar’ 10.9.3 Uitgebreide parameter – tijd voor lange bediening Opties: 00.300 ... 02.500 Bij het indrukken van de toets kan een onderscheid worden gemaakt tussen korte en lange bediening. Bij korte bediening van de toets wordt steeds een stand vooruit geschakeld. Bij lange bediening wordt de eerste stand geactiveerd.
Pagina 51
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ 10.10 Applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Met de applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ kan een onderscheid worden gemaakt tussen een enkelvoudige, tweevoudige, drievoudige, viervoudige of vijfvoudige toetsbediening.
Pagina 52
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ 10.10.3 Uitgebreide parameter – objecttype voor object 0-4 Opmerking Het aantal weergegeven parameterinvoervelden (1-5) is afhankelijk van de waarde die in de parameter ‘aantal objecten of bedieningen’ is ingevoerd. Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned...
Pagina 53
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ 10.10.4 Uitgebreide parameter – functie voor object 1-bit voor object 0-4 Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor object 0-4’ op 1 bit staat. Opties: Waarde zenden Afwisselend aan/uit Wanneer de parameter ‘objecttype voor object 0-4’ met ‘1 bit” werd vastgelegd, kan met de instelling ‘waarde zenden’...
Pagina 54
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-meervoudige bediening’ 10.10.5 Uitgebreide parameter – waarde voor object 0-4 Opmerking De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor object 0-4’. Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed...
Pagina 55
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie’ 10.11 Applicatie ‘1-toets-lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Bij het indrukken van de toetsen wordt een vooraf gedefinieerd lichtscène,nummer opgeroepen. De applicatie stelt voor toets 1 of toets 2 een eigen set parameters en communicatieobjecten beschikbaar.
Pagina 56
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-lichtscène-nevenpost met geheugenfunctie’ 10.11.3 Algemene parameter – lichtscène-nummer Opties: 1 … 64 In de parameter ‘lichtscène-nummer’ kan een willekeurig lichtscène-nummer van 1 tot 64 worden vastgelegd, dat bij indrukken van de toets via het 1-byte-communicatieobject ‘lichtscène-nummer’ wordt verzonden. De toets dient altijd slechts als lichtscène-nevenpost, dat wil zeggen dat de toets alleen het lichtscène-nummer oproept.
Pagina 57
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-bedrijfsmodus ‘RTR instellen’ 10.12 Applicatie ‘1-toets-bedrijfsmodus ‘RTR instellen’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 2 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Toets 4 ■ Met de applicatie ”1-toets-bedrijfsmodus ‘RTR instellen’ kan door het indrukken van een toetszijde bij gekoppelde ruimtetemperatuurregelaars de bedrijfsmodus worden omgeschakeld.
Pagina 58
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-bedrijfsmodus ‘RTR instellen’ 10.12.2 Algemene parameter – bedrijfsmodus Opmerking De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype voor uitvoer’. Opties: Auto (alleen 1 byte) Comfort Stand-by Vorstbeveiliging, hittebescherming Met de parameter ‘bedrijfsmodus’ wordt de bedrijfsmodus vastgelegd, die bij bediening van de toets op het 1-byte communicatieobject voor de KNX-modusomschakeling wordt verzonden.
Pagina 59
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-bedrijfsmodus ‘RTR instellen’ 10.12.3 Uitgebreide parameters — vrijgaveobject Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Als de parameter ‘vrijgaveobject’ op ‘geactiveerd’ ingesteld is, kan de functie via het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ tijdelijk geblokkeerd worden. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
Pagina 60
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toets-schakelen’ 10.13 Applicatie ‘2-toets-schakelen’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Met de applicatie ‘2-toetsen-schakelen’ wordt bij het indrukken en/of het loslaten van de toets een schakeltelegram verzonden.
Pagina 61
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-dimmen’ 10.14 Applicatie ‘2-toetsen-dimmen’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Met de applicatie "2-toetsen-dimmen" heeft één toets de communicatieobjecten voor schakelen en dimmen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen korte (schakelen) en lange (dimmen) druk op de toets.
Pagina 62
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-dimmen’ 10.14.3 Uitgebreide parameter – werking toetsen voor schakelen Opties: 1e toets uit / 2e toets aan 1e toets aan / 2e toets uit Afwisselend aan/uit Met de parameter ‘werking toetsen voor schakelen’ wordt vastgelegd of via de rechter- of de linkerzijde van de toets in- of uitgeschakeld wordt.
Pagina 63
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-jaloezie’ 10.15 Applicatie ‘2-toetsen-jaloezie’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Met de applicatie ‘2-toetsen-jaloezie’ kunnen door korte of lange bediening van de toets commando's voor jaloeziebeweging en/of lamellenverstelcommando's aan gekoppelde jaloezieaktoren worden verzonden.
Pagina 64
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-jaloezie’ 10.15.3 Uitgebreide parameter – werking toetsen Opties: 1e toets omhoog / 2e toets omlaag 1e toets omlaag / 2e toets omhoog Met ‘werking toetsen’ wordt vastgelegd of bij het indrukken van de linker- of rechterzijde van de toets een bewegingstelegram voor omhoog of omlaag wordt verzonden.
Pagina 65
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetseb-waardezender’ 10.16 Applicatie ‘2-toetseb-waardezender’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Bij de bediening van toets 1 of 2 wordt een telegram met een vooraf gedefinieerde waarde verzonden.
Pagina 66
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetseb-waardezender’ 10.16.2 Algemene parameter – werking toetsen Opties: Toets waarde1, 2e toets waarde 2 Toets waarde 2, 2e toets waarde 1 Afwisselend waarde1/waarde2 Met de parameter ‘werking toetsen’ wordt vastgelegd of met toets 1 of toets 2 ‘waarde 1’ of ‘waarde 2’...
Pagina 67
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetseb-waardezender’ 10.16.3 Algemene parameter – waarde 1 Opmerking De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype’. Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned Hiermee wordt waarde 1 vastgelegd die bij het indrukken van toets wordt verzonden.
Pagina 68
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetseb-waardezender’ 10.16.4 Algemene parameter – waarde 2 Opmerking De opties zijn afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype’. Opties: 1 bit 1 byte 0..100% 1 byte 0...255 2 byte float 2 byte signed 2 byte unsigned 4 byte float 4 byte signed 4 byte unsigned Hiermee wordt waarde 2 vastgelegd die bij het indrukken van toets wordt verzonden.
Pagina 69
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-waarde-dimsensor’ 10.17 Applicatie ‘2-toetsen-waarde-dimsensor’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Met de applicatie ‘2-toetsen-waarde-dimsensor’ is het mogelijk door het indrukken van de bedieningswip een 1-byte-waardetelegram te verzenden. Elk indrukken van de linker- of rechterzijde van de bedieningswip verhoogt of verlaagt daarbij een waarde van 1 byte (procentueel of waarden van 0 tot 255).
Pagina 70
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-waarde-dimsensor’ 10.17.3 Algemene parameter – werking bedieningswip als waarde-dimsensor Opties: Toets helderder / 2e toets donkerder Toets donkerder / 2e toets helderder Als de wip links toets 1 of rechts toets 2 bediend wordt, wordt de waarde die door het 1-byte communicatieobject ‘waarde’...
Pagina 71
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-standenschakelaar’ 10.18 Applicatie ‘2-toetsen-standenschakelaar’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Toets 1 / bedieningswip 1 ■ Toets 3 / bedieningswip 2 ■ Met de applicatie ‘2-toetsen-standenschakelaar’ is het mogelijk stapsgewijs te schakelen. Dat betekent dat de gebruiker bij iedere bediening van de toets verschillende schakelprocedures kan activeren.
Pagina 72
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘2-toetsen-standenschakelaar’ 10.18.3 Uitgebreide parameter – werking toetsen Opties: 1e toets omlaag / 2e toets omhoog 1e toets omhoog / 2e toets omlaag Met ‘werking toetsen’ wordt vastgelegd of bij het indrukken van de linker- of rechterzijde van de toets een bewegingstelegram voor omhoog of omlaag wordt verzonden.
Pagina 73
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19 Applicatie ‘led-functie’ Opmerking De applicatie geldt voor de volgende apparaatonderdelen: Led toets 1 ■ Led toets 2 ■ Led toets 3 ■ Led toets 4 ■ Met de applicatie ‘led-functie’ kan de led van de toets worden gebruikt als oriëntatieverlichting, als statusindicatie of als functie-indicatie.
Pagina 74
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.3 Algemene parameter – kleur oriëntatieverlichting Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘bedrijfsmodus’ op oriëntatieverlichting staat. Opties: Geel (licht) Rood-oranje (verwarming) Rood Paars (scène) Blauw (jaloezie) Groen Wit (neutraal) Als de led ter oriëntatie wordt gebruikt, zodat de toetsen en de bedieningswippen in het donker beter te zien zijn, kunnen deze in verschillende kleuren branden.
Pagina 75
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.4 Algemene parameter — objecttype voor statusobject Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘bedrijfsmodus’ op statusverlichting staat. Opties: 1 bit 1 byte 0..100% Het object status kan ofwel op de grootte ‘1 bit’ of ‘1 byte 0..100%’ worden ingesteld. 1 bit: Met de instelling ‘1-bit’...
Pagina 76
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.5 Algemene parameter – kleur voor uit Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op 1 bit staat. Opties: Geel Rood-oranje Rood Paars Blauw Groen Hiermee wordt de led-kleur ingesteld voor het geval als een UIT-telegram op het 1-bit communicatieobject ‘status’...
Pagina 77
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.7 Algemene parameter – kleur voor bereik 1 (komt overeen met 0%) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op1 byte 0..100% staat. Opties: Geel Rood-oranje Rood Paars Blauw Groen Als een waardetelegram op het 1-byte communicatieobject ‘status’wordt ontvangen kan de led van kleur veranderen.
Pagina 78
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.9 Algemene parameter – drempel tussen bereik 2 en 3 (%) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op1 byte 0..100% staat. Opties: 1..98 Met de parameter ‘drempel tussen bereik 2 en 3’ wordt de waarde voor S1 vastgelegd. 10.19.10 Algemene parameter –...
Pagina 79
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.12 Algemene parameter – kleur voor bereik 4 (tot 99%) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor statusobject’ op1 byte 0..100% staat. Opties: Geel Rood-oranje Rood Paars Blauw Groen Als een waardetelegram op het 1-byte communicatieobject ‘status’wordt ontvangen kan de led van kleur veranderen.
Pagina 80
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.14 Uitgebreide parameter – dag-/nachtmodus Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd De led kan in twee verschillende lichtsterkten branden. Bij ontvangst van een AAN-telegram brandt de led ‘helder’, bij ontvangst van een UIT-telegram brandt de led ‘donker". Opmerking Als de bedrijfsmodus van de led op statusverlichting wordt ingesteld, kan het dag-/nachtmodus-object ook voor de statusindicatie worden gebruikt.
Pagina 81
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘led-functie’ 10.19.16 Uitgebreide parameter – alarmfunctie Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Als op het 1-bit communicatieobject ‘alarm’een AAN-telegram wordt ontvangen gaat de led knipperen. Als het object een UIT-telegram ontvangt stopt de led met knipperen. De led knippert daarbij altijd in dezelfde kleur en met dezelfde helderheid als is vastgelegd met de statusfunctie of de functie-indicatie.
Pagina 82
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘vrijgave-applicatie’ 10.20 Applicatie ‘vrijgave-applicatie’ Opmerking Deze applicatie kan via de ‘apparaatvrijgave’ worden geactiveerd. Als de parameter ‘vrijgave-applicatie’ op ‘geactiveerd’ ingesteld is, kan de functie via het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ tijdelijk geblokkeerd worden. Als op het 1-bit communicatieobject ‘vrijgave’ een AAN-telegram ontvangen wordt, is de functie actief.
Pagina 83
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘vrijgave-applicatie’ 10.20.4 Algemene parameter – automatische omschakeltijd Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘automatische vrijgave/blokkering gebruiken’ op ‘automatische vrijgave’ of ‘automatische blokkering’ staat. Opties: 0:00:10 … 18:00:00 10.20.5 Algemene parameter – object voor omschakeltijd gebruiken Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘automatische vrijgave/blokkering gebruiken’...
Pagina 84
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-schakelen’ als primaire functie 10.21 Applicatie ‘1-toets-schakelen’ als primaire functie Opmerking Deze applicatie kan ook via ‘primaire functie’ als primaire functie worden geactiveerd. Het apparaat heeft een primaire functie. Dat is de eerste functie van het apparaat die wordt uitgevoerd als de gebruiker toets1 of 2 indrukt.
Pagina 85
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-schakelen’ als primaire functie 10.21.2 Algemene parameter — reactie op stijgende flank Opties: Waarde 1 Waarde 2 Afwisselend waarde1/waarde2 Gedeactiveerd De applicatie detecteert of de toets wordt ingedrukt of losgelaten. Het indrukken wordt ‘stijgende flank’ en het loslaten als ‘dalende flank’ aangeduid. De applicatie ‘1-toets-schakelen’...
Pagina 86
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘1-toets-schakelen’ als primaire functie 10.21.4 Algemene parameter – waarde 1 Opmerking Deze paramater is alleen zichtbaar als de parameter ‘reactie op stijgende/dalende flank’ op ‘waarde 1’ of ‘afwisselend waarde1/waarde2’ staat. Afhankelijk van de instelling van de parameter ‘objecttype’ (zie Opties: hieronder) Hiermee wordt de waarde 1 vastgelegd die bij het indrukken van toets wordt verzonden.
Pagina 87
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘temperatuursensor’ 10.22 Applicatie ‘temperatuursensor’ Opmerking Deze applicatie kan via de ‘temperatuur worden geactiveerd. Het apparaat kan als temperatuursensor worden geactiveerd. Dan dient het apparaat als slave- apparaat/temperatuursensor voor een ruimtetemperatuurregelaar die als materapparaat fungeert. Slave-apparaten moeten via de als zodanig gemarkeerde communicatieobjecten worden verbonden met het masterapparaat.
Pagina 88
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘temperatuursensor’ 10.22.4 Algemene parameter – offset temperatuursensor (K) Opties: -12,8..12,7 Als de gemeten temperatuur door externe invloeden afwijkt of als het apparaat op een plek bevestigd is, maar constant te veel of te weinig gemeten wordt, dan kan een aanpassingswaarde van de temperatuurmeting worden ingesteld.
Pagina 89
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23 Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.1 Schakelen Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen 1 bit DPT_Switch 10.23.2 Relatief dimmen Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Relatief dimmen 4 bit DPT_Control_Dimming 10.23.3 Sturen Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Sturen 1 bit DPT_UpDown De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is.
Pagina 90
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.7 Status 1 bit Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Status 1 bit 1 bit DPT_Switch De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.8 Status 1 byte Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype...
Pagina 91
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.14 Waarde 1 byte 0..100% 1e bed. Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Waarde 1 byte 0..100% 1e bed. 1 byte DPT_Scaling De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.15 Waarde 1 byte 0..255 1e bed.
Pagina 92
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.20 Waarde 4 byte signed 1e bed. Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Waarde 4 byte signed 1e bed. 4 byte DPT_Valu_4_Count De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.21 Waarde 4 byte unsigned 1e bed.
Pagina 93
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.27 Schakelen Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen 1 bit DPT_Switch De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.28 1 byte 0..100% Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype 1 byte 0..100% 1 byte DPT_Scaling De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten...
Pagina 94
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.33 4 byte float Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype 4 byte float 4 byte DPT_Float De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.34 4 byte signed Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype...
Pagina 95
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.39 2 byte float Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype 2 byte float 2 byte DPT_KNX_Float De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.40 2 byte signed Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype...
Pagina 96
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.45 Schakelen stijgende flank Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen stijgende flank 1 bit DPT_Switch De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.46 1 byte 0..100% stijgende flank Nummer Naam Objectgrootte...
Pagina 97
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.51 4 byte float stijgende flank Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype 4 byte float stijgende flank 4 byte DPT_Float De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.52 4 byte signed stijgende flank Nummer Naam Objectgrootte...
Pagina 98
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.57 2 byte float dalende flank Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype 2 byte float dalende flank 2 byte DPT_KNX_Float De objectnummers met letterindex (a, b, …) vertegenwoordigen alternatieve objectformaten waarvan steeds slechts één actief is. 10.23.58 2 byte signed dalende flank Nummer Naam Objectgrootte...
Pagina 99
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobjecten – bedieningselement 2/4-voudig 10.23.63 Schakelen stand 1 Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen stand 1 1 bit DPT_Switch 10.23.64 Schakelen stand 2 Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen stand 2 1 bit DPT_Switch 10.23.65 Schakelen stand 3 Nummer Naam Objectgrootte Gegevenstype Schakelen stand 3 1 bit...
Pagina 103
Index Uitgebreide parameters — objectwaarde vrijgaveobject ..59 Uitgebreide parameters – objectwaarden ...... 50, 72 Waarde 1 byte 0..100% 1e bed...........91 Update ................. 22 Waarde 1 byte 0..255 1e bed..........91 Waarde 2 byte float 1e bed..........91 Waarde 2 byte signed 1e bed..........91 Veiligheid ................
Pagina 104
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...