4.6
Uitlijnen van de meetlans in stroomrichting
4.6.1
Als de juiste stand van de lans moet worden ingesteld
8021572/ZVS1/V2-1/2019-04 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
Als de richting van de gasstroom reeds bij de projectplanning van de GM32 bekend is, is de
inbouwhoek van de lans bij levering reeds passend ingesteld.
De instelling wordt aangeduid door een sticker.
Afbeelding 13: Aanduiding en instelling van de stroomrichting
De meetspleet moet in de richting van de meetgasstroom zijn uitgelijnd.
●
De ZO-eenheid moet in verticale stand zijn gemonteerd.
●
De uitlijning van de lans wordt ingesteld door de apparaatflens te draaien.
Om de uitlijning van de meetlans te wijzigen:
Maak de 4 schroeven aan de bevestigingsring los,
1
Draai de apparaatflens:
2
– De meetspleet moet in stroomrichting wijzen.
– De apparaatflens moet zo staan dat de ZO-eenheid verticaal kan worden gemonteerd.
Zet de apparaatflens in deze stand vast door de schroeven aan de bevestigingsring weer
3
vast te draaien.
INBEDRIJFSTELLING
sticker van de stroomrichting
schroeven (4 stuks) van de bevestigingsring
apparaatflens
zie afb.
13.
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GM32
4
31