IN S TA LLA TIE H A N DLE ID IN G
9 Toestelspecifieke informatie
De toestelspecifieke instructies, zoals beschreven in dit hoofdstuk, gaan boven de instructies in de overige
!LET OP
hoofdstukken! Houd bij twijfel de instructies in hoofdstuk 9 aan of neem contact op met uw leverancier.
9.1 Ventilator(en)
9.1.1 Werking van de ventilatoren
Met de schakelaar op het toestel worden de ventilatoren bediend (zie Bijlage 2, afb. 3). Er worden 3 standen
onderscheiden:
Stand I – AAN (de ventilatoren draaien ongeacht de temperatuur van de haard)
Stand O– UIT (de ventilatoren staan uit)
Stand II – AUTO (de ventilatoren draaien alleen als de haard op temperatuur is)
De snelheid van de ventilatoren wordt geregeld via een schuifknop op de adapter. In stand 1 draaien de
ventilatoren op de laagste snelheid en in stand 4 op de hoogste.
9.1.2 Installatie van de ventilatoren
De 12V-ventilatoren bevinden zich onder de verbrandingsruimte en zijn al voorgemonteerd (inclusief bedrading).
Bij de installatie van het toestel dient u rekening te houden met de aansluiting van de voedingskabel. Deze
voedingskabel is gemonteerd aan de achterzijde van de haard. Zorg ervoor dat de kabel zich altijd op vloerniveau
bevindt en laat deze nooit boven over de haard lopen.
Ø
Sluit de meegeleverde adapter aan op een 230V wandcontactdoos. De afstand van deze wandcontactdoos tot het
toestel mag maximaal 3 meter bedragen.
Ø
Sluit de voedingskabel, die vanaf het toestel komt, aan op deze adapter (zie Bijlage 2, afb. 4a (800V) + 4b (1000V)).
•
Verschuif of verplaats de voorgemonteerde bedrading niet!
!Let op
•
Sluit geen andere apparatuur aan op de adapter.
9.1.3 Onderhoud aan de ventilatoren
De ventilatoren dienen periodiek te worden schoongemaakt. Indien dit niet tijdig gebeurt, kunnen de ventilatoren
geluidsoverlast veroorzaken.
Ga hierbij als volgt te werk:
Ø
Neem de adapter uit de wandcontactdoos.
Ø
Open de deur.
Ø
Verwijder de bovenste schroeven waarmee de roosters gemonteerd zijn (zie Bijlage 2, afb. 5).
Ø
Neem de roosters uit.
Ø
Maak de bladen van de ventilatoren voorzichtig schoon met behulp van een stofzuiger en een droge doek of
borstel.
Ø
Vervang de ventilator(en) als deze na reiniging nog steeds geluidsoverlast veroorzaken (zie paragraaf 9.1.4
'Vervangen ventilator(en)').
Pleeg alleen onderhoud aan een compleet afgekoelde haard.
!Tip
17