Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bewerken; Een Instrument Selecteren En Bewerken; Gedetailleerde Instrumentinstellingen Maken - Roland TM-6 PRO Referentiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor TM-6 PRO:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bewerken

De instellingen opslaan
Op de TM-6 PRO worden uw bewerkingen
automatisch opgeslagen zodat u geen bewerking
hoeft uit te voeren om de instellingen op te slaan.
Instellingen worden ook opgeslagen wanneer u het
apparaat uitschakelt.

Een instrument selecteren en bewerken

Hier leest u hoe u het instrument kunt selecteren dat
weerklinkt door een drumtrigger.
1
Druk op de [MENU]-knop.
Het MENU-scherm verschijnt.
2
Gebruik de cursorknoppen om "INST" te
selecteren en druk op de [ENTER]-knop.
Het INST-scherm verschijnt.
3
Selecteer de drumtrigger die u wilt
bewerken (p. 15).
4
Gebruik de cursorknoppen, [–] [+]-knoppen
of functieknoppen om een instrument te
selecteren.
Instrument A
Categorienaam
Categorie, naam en nummer
van instrument B
Speeltypepictogram (p. 30)
Knop
Uitleg
"ON": De instrumenten voor het vel
en de rand worden geselecteerd
als een set. De aanbevolen
instrumenten worden geselecteerd
als een set, afhankelijk van het
[F1] (H&R)-knop
instrument dat u selecteert.
"OFF": U kunt het instrument
afzonderlijk opgeven voor
verschillende aanslaglocaties, zoals
het vel en de rand.
Als dit op "ON" staat, weerklinkt
instrument B naast het gebruikelijke
instrument A. Hiermee kunt u
[F2] (B ON/OFF)-
de twee instrumenten in lagen
knop
toevoegen, of u kunt tussen deze
instrumenten wisselen afhankelijk
van de kracht van uw aanslagen.
Hiermee kunt u gedetailleerde
instellingen maken voor het instrument.
[F3] (EDIT)-knop
De instrumentparameters kunnen
afzonderlijk worden bewerkt voor
instrumenten A en B.
24
Instrumentnummer
Instrumentnaam
MEMO
5 U kunt het INST-scherm ook openen door de [ENTER]-
knop ingedrukt te houden en op de [MENU]-knop te
drukken.
5 Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt, raadpleegt u de "Data List" (PDF).
5 Audiobestanden die u met uw computer hebt gemaakt,
kunnen via een SD-kaart naar de TM-6 PRO worden
geladen en afgespeeld als een instrument (p. 29).
5
Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop
om terug naar het KIT-scherm te gaan.

Gedetailleerde instrumentinstellingen maken

In het INST-scherm kunt u op de [F3] (EDIT)-knop drukken
en instellingen maken voor instrumenten A en B om het
volume voor elk instrument op te geven en hoe ze worden
afgespeeld.
Referentie
Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt, raadpleegt u de "Data List" (PDF).
INST EDIT-scherm
MEMO
5 U kunt de regelaars voor het wijzigen van geluid
gebruiken om de parameters Volume, Pitch en Decay
te regelen (p. 26). De regelaars voor het wijzigen
van geluid regelen tegelijkertijd de parameters voor
instrumenten A en B.
5 In het INST EDIT-scherm kunt u instrumenten A en B
afzonderlijk regelen door de [ENTER]-knop ingedrukt te
houden en aan de regelaars voor het wijzigen van geluid
(Volume, Pitch en Decay van de laag die momenteel door
de cursor is geselecteerd) te draaien. Op dat moment
knippert de indicator voor het wijzigen van geluid.
INST SETUP-scherm
MEMO
5 Door de kracht van de aanslagen te variëren, kunt u de
geluiden van instrumenten A en B in lagen toevoegen
of tussen deze geluiden wisselen (LayerType).
5 Fixed Velocity (vaste snelheid) gebruiken
Hiermee wordt het geluid van het instrument op een vaste
snelheid afgespeeld ongeacht de kracht van uw aanslagen.
Dit is ook handig als u een frase aan een gebruikerssample
hebt toegewezen en deze op een vast volume wilt afspelen.
5 MinVolume (minimumvolume) gebruiken
Hiermee kunt u het volume van zachte aanslagen
verhogen terwijl het volume van krachtige aanslagen
behouden blijft. U kunt dit gebruiken om de
hoorbaarheid van de dode noten van een snare of de
legatonoten van een ridecimbaal te verbeteren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave