Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Triggerinstellingen (Trig); Basisprocedure Voor Triggerinstellingen; Het Type Drumtrigger Opgeven - Roland TM-6 PRO Referentiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor TM-6 PRO:
Inhoudsopgave

Advertenties

Triggerinstellingen (TRIG)

Basisprocedure voor triggerinstellingen

Hier leest u hoe u triggerinstellingen kunt maken zodat de
signalen van de drumtriggers nauwkeurig kunnen worden
verwerkt door de TM-6 PRO.
Referentie
Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt, raadpleegt u de "Data List" (PDF).
1
Druk op de [TRIG]-knop.
Het TRIGGER SETUP-scherm verschijnt.
2
Gebruik cursorknoppen om het menu-item te
selecteren voor de instellingen die u wilt maken,
en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Menu
Uitleg
Geef het type van elke drumtrigger
op. Deze instellingen kunnen
BANK
gezamenlijk worden opgeslagen in
een triggerbank.
Geef instellingen op zoals de
PARAM
minimale gevoeligheid (Threshold)
van de drumtrigger (p. 16).
HI-HAT
Maak hi-hat-instellingen (p. 17).
Voorkom onbedoelde triggering
die wordt veroorzaakt door de
XTALK
trilling van een andere drumtrigger
(Crosstalk Cancel (overspraak
annuleren)).
Bekijk de triggerrespons en
MONITOR
geschiedenis van elke drumtrigger.
Maak instellingen voor
LOCK
triggervergrendeling (p. 15).
Triggertype
Het triggertype is een verzameling van verschillende
triggerparameters die zijn aangepast naar waarden die
geschikt zijn voor elke drumtrigger. Om de optimale
instellingen te verkrijgen voor de drumtrigger die wordt
gebruikt met elke triggeringang, geeft u het model
(triggertype) op van de drumtrigger die is aangesloten.
* Wanneer u het triggertype wijzigt, wordt de waarde van gerelateerde parameters zoals Threshold en Sensitivity (behalve
Crosstalk Cancellation) gewijzigd volgens het triggertype.
* "BT-1 SENS" is een triggertype waarmee u de gevoeligheid kunt verbeteren van zwakkere slagen bij gebruik van een
BT-1. Bij dit type is het echter waarschijnlijk dat een foutieve triggering zal optreden als resultaat van de omringende
vibraties. Omwille van deze reden moet "BT-1" worden geselecteerd bij het uitvoeren van frase playback en soortgelijke
functies.
Als echter twee drumtriggers zijn aangesloten op één TRIGGER IN-aansluiting, moet u "BT1 SENS" selecteren. De triggers
zullen niet correct werken met de "BT-1"-instelling.
* "PAD1, " "PAD2" en "PAD3" zijn voor generieke pads.
14
3
Bewerk de instellingen van het menu dat u
hebt geselecteerd.
4
Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop
om terug naar het KIT-scherm te gaan.

Het type drumtrigger opgeven

U kunt het type drumtrigger (triggertype) opgeven dat
wordt gebruikt door elke triggeringang van de triggerbank.
1
Druk op de [TRIG]-knop.
2
Gebruik de cursorknoppen om "BANK" te
selecteren en druk op de [ENTER]-knop.
Het TRIGGER BANK-scherm verschijnt.
Triggerbanknummer, naam
Triggertype
(head)
Triggeringangsnummer, ingangstype
Bij het aansluiten van één drumtrigger op één
TRIGGER IN-aansluiting (normale instelling)
H&R
Het vel en de rand delen hetzelfde triggertype.
Bovendien wordt het triggertype
weergegeven als "
Bij het aansluiten van twee drumtriggers op
één TRIGGER IN-aansluiting (p. 11)
PADx2
Geef het triggertype voor het vel en voor de
rand op.
Triggerbank
Een triggerbank bevat een volledige set met instellingen
voor zes triggers. U kunt acht triggerbanken maken.
Triggertype (rim)
" voor de rand.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave