Triggerinstellingen (TRIG)
Ingang
Aansluiting
#
TRIGGER IN 1
1
TRIGGER IN 2
2
TRIGGER IN 3
3
TRIGGER IN 4
4
TRIGGER IN 5 (*1) 5
TRIGGER IN 6
6
HH CTRL (*2)
–
*1: In het bovenstaande voorbeeld voor
drumtriggeraansluitingen en -instellingen is het
ingangstype van de TRIGGER IN 5-aansluiting ingesteld
op "PADx2" en zijn twee drumtriggers aangesloten
op één TRIGGER IN-aansluiting. In dit geval sluit u de
juiste verbindingskabel (stereojack # jacks x2: apart
verkrijgbaar) aan op de TRIGGER IN 5-aansluiting.
*2: Dit ondersteunt alleen instrumenten van de hi-
hatcategorie.
De minimale gevoeligheid (Threshold) van
de drumtrigger aanpassen
Hier leest u hoe u instellingen kunt maken zodat het
triggersignaal alleen wordt gedetecteerd wanneer u met
een bepaalde kracht of harder op de trigger slaat.
Ongewenste triggering uit de omgeving
voorkomen
In sommige gevallen kan een drumtrigger reageren
op livegeluid van een akoestisch drumstel of op het
geluid van monitorluidsprekers. Verhoog de Threshold-
waarde van de drumtrigger of maak de volgende
wijzigingen in uw installatie.
5 Zet de drumtrigger verder weg van de luidsprekers.
5 Zet de drumtrigger in een hoek en zet deze op een
plaats die minder door het geluid wordt beïnvloed.
Omdat de TM-6 PRO is ontworpen om op een podium
te gebruiken, wordt de Threshold-waarde van de
drumtrigger standaard vrij hoog ingesteld. Als u prioriteit
wilt geven aan de expressie van zachte aanslagen,
verlaagt u de Threshold-waarde terwijl u boven het
niveau blijft waarop ongewenste triggering optreedt.
1
Selecteer in het TRIGGER SETUP-scherm
(p. 14) "PARAM" en druk op de [ENTER]-knop.
2
Druk op de [F1] of [F2] (THRESHOLD/SENS)-
knop.
Het TRIGGER THRESHOLD-scherm verschijnt.
16
Triggertype
Type
H&R
RT30K
H&R
RT30HR
H&R
BT1
H&R
BT1
PADx2
PD8 (Head), PD8 (Rim)
H&R
CY5
–
–
Ingangstype
Triggertype
Threshold
Gevoeligheid
Volumewijziging als reactie
op de kracht van de aanslagen
3
Selecteer de drumtrigger die u wilt
bewerken (p. 15).
4
Gebruik cursorknoppen om "Threshold" te
selecteren en gebruik de [–] [+]-knoppen
om de gevoeligheid aan te passen.
Parameter Uitleg
Verhoog deze waarde als de drumtrigger
ongewenst door omgevingstrillingen
wordt getriggerd. Als deze waarde te
hoog is, produceren zachte aanslagen
geen geluid. Stel dit in op de laagst
mogelijke waarde die geen onbedoelde
triggering veroorzaakt.
Threshold
In de afbeelding triggert "B" een geluid,
maar "A" en "C" niet.
Threshold
5
Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop
om terug naar het KIT-scherm te gaan.
De gevoeligheid (Sensitivity) van de
drumtrigger aanpassen
Hier leest u hoe u de gevoeligheid van de drumtrigger kunt
aanpassen om de balans tussen de kracht van uw aanslagen
en het volume van het geluid op te geven.
1
Selecteer in het TRIGGER SETUP-scherm
(p. 14) "PARAM" en druk op de [ENTER]-knop.
2
Druk op de [F1] of [F2] (THRESHOLD/SENS)-
knop.
3
Selecteer de drumtrigger die u wilt
bewerken (p. 15).
4
Gebruik cursorknoppen om "Sensitivity" te
selecteren en gebruik de [–] [+]-knoppen
om de gevoeligheid aan te passen.
5
Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop
om terug naar het KIT-scherm te gaan.
Aanpassen hoe het volume reageert op
wijzigingen in de slagkracht
Hier leest u hoe u de manier waarop het volume wijzigt
kunt aanpassen wanneer u de kracht waarmee u op de
drumtrigger slaat, varieert.
1
Selecteer in het TRIGGER SETUP-scherm
(p. 14) "PARAM" en druk op de [ENTER]-knop.
2
Druk op de [F1] of [F2] (THRESHOLD/SENS)-
knop.