Inhoudsopgave Inhoudsopgave Functies, menu's en snelkoppelingen ......28 T-8 Gebruikershandleiding (Versie 1.02) ......3 Aansluiten op een computer of mobiel apparaat..34 Paneelbeschrijvingen .............. 4 Bovenpaneel ................4 Back-up en fabrieksreset ............35 Achterpaneel ................7 Especificações principais ............. 36 Patronen selecteren en het tempo instellen ....
(opgelicht): aan het opladen. Groen(opgelicht): het opladen is voltooid. Groen oranje (knipperend): er is een oplaadfout opgetreden. Neem contact op met uw handelaar of de klantendienst van Roland. CHARGE-indicator https://roland.cm/service Wanneer niet aan het opladen via USB-poort: Rood (opgelicht): het resterende batterijvermogen is laag. Laad de batterij op.
Pagina 5
Paneelbeschrijvingen * Sluit geen audioapparaat aan op de SYNC OUT-aansluiting. Dit kan een defect veroorzaken. * Als een extern apparaat is aangesloten op de SYNC IN-aansluiting, synchroniseert het apparaat met de klokken die zijn ingevoerd naar de SYNC IN-aansluiting, ongeacht de MIDI Clock Sync-instelling. * Gebruik kabels met stereoministekkers om verbinding te maken met/van de MIX IN/OUT-aansluitingen.
Paneelbeschrijvingen 7. BASS Bedieningselement Uitleg [LEVEL]-regelaar Regelt het volume van de bas. [PITCH]-regelaar Regelt de toonhoogte. [DECAY]-regelaar Regelt de decaylengte. [CUTOFF]-regelaar Regelt de afsnijfrequentie, die de helderheid van het geluid bepaalt. [RESO]-regelaar Regelt de harmonie rond de afsnijfrequentie. [ENV MOD]-regelaar Regelt de intensiteit van de op tijd gebaseerde wijziging van de afsnijfrequentie.
Paneelbeschrijvingen Achterpaneel A. [POWER]-schakelaar Schakelt het apparaat in/uit. B. USB-poort (USB Type-C ® Gebruik een in de handel verkrijgbare USB 2.0-kabel (type A naar C, of type C naar C) om deze poort met uw computer te verbinden. Gebruik ze voor de overdracht van USB MIDI- en USB-audiogegevens. * Gebruik geen USB-kabel die alleen is bedoeld om op te laden.
Patronen selecteren en het tempo instellen Patronen selecteren en het tempo instellen Tussen patronen schakelen Druk op de [PATTERN]-knop. De [PATTERN]-knop licht op en de knoppen bevinden zich in de patroonselectiemodus. De stapknoppen werken als patroonnummers 1–16. Patroon Uitleg Afspelen Opgelicht Volgende afspelen (volgende nummer) Knipperen...
Patronen selecteren en het tempo instellen Houd de [PATTERN]-knop ingedrukt en druk op een stapknop. Het apparaat gaat naar de bankselectiemodus. De vier meest linkse stapknoppen functioneren als banknummers 1-4. Druk op een staptoets om naar de aangegeven bank te schakelen. Een patroon opslaan Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [SLIDE (WRITE)]-knop.
Patronen selecteren en het tempo instellen Slaat het momenteel geselecteerde patroon op. Slaat alle patronen op. Druk op de [C# (ENTER)]-knop. Hiermee worden de patronen opgeslagen. * Zodra de stroom is uitgeschakeld, worden alle niet-opgeslagen patronen teruggezet naar hun laatst opgeslagen status. Het tempo instellen Het tempo wordt altijd op het display weergegeven.
De ritmesequencer gebruiken De ritmesequencer gebruiken Basishandelingen (basisstappen voor het invoeren van noten) Druk op de knop van het instrument dat u wilt invoeren. De knop licht op en het instrument is geselecteerd. Druk op de stapknoppen van de stappen die u wilt invoeren. De stappen die u selecteert, lichten op en de noten worden ingevoerd.
De ritmesequencer gebruiken Druk op de [SHIFT]-knop (en houd de knop ingedrukt totdat de handeling is voltooid). Terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, licht STEP [1–16] op en knippert STEP [17–32] (wanneer stappen 1–16 zijn geselecteerd); en STEP [1–16] knippert en STEP [17–32] licht op (wanneer stappen 17–32 zijn geselecteerd). Druk op de STEP [1-16]- of STEP [17-32]-knop.
De ritmesequencer gebruiken Druk op de stapknoppen van de stappen waar u het accent wilt leggen. De stappen die u selecteert, lichten op en de accenten worden ingevoerd. * Accenten worden toegepast op alle ritme-instrumenten. De accentsterkte aanpassen Draai de [TEMPO/VALUE]-regelaar terwijl u de [ACCENT]-knop ingedrukt houdt en het ritme-instrument heeft geselecteerd.
De ritmesequencer gebruiken Druk op een van de stapknoppen 1–16 (en blijf de stapknoppen ingedrukt houden totdat de handeling is voltooid). De waarschijnlijkheidswaarde (P. 0 –P. 1 00) wordt weergegeven. Draai aan de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de waarde in te stellen. Substappen invoeren U kunt de stappen die u invoert verdelen om roffel of herhaalde slagen te creëren met behulp van de substapfunctie.
Pagina 15
De ritmesequencer gebruiken Houd een instrumentknop ingedrukt en druk op een van de stapknoppen 1–16. De status van de huidige substap wordt weergegeven. Houd de instrumentknop ingedrukt en druk opnieuw op een van de stapknoppen 1–16. Dit verandert de instelling van de substap. De instellingen schakelen door deze volgorde: OFF Ó 1_2 Ó 1_3 Ó 1_4 Ó FLAN. De waarschijnlijkheid van een substap instellen Hier leest u hoe u de waarschijnlijkheid instelt dat substappen worden afgespeeld.
De ritmesequencer gebruiken Druk op de [ACCENT]-knop. De waarschijnlijkheidswaarde (P. 0 –P. 1 00) voor de substap wordt weergegeven. Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de substapwaarschijnlijkheid in te stellen. De snelheid instellen Dit geeft weer hoe u de snelheid (hoe zacht of hard de noot speelt) invoert voor de stappen van elk instrument. Druk op een van de stapknoppen 1–16 (en blijf de stapknoppen ingedrukt houden totdat de bewerking is voltooid).
De ritmesequencer gebruiken Houd de [PATTERN]-knop ingedrukt en draai aan de [TEMPO VALUE]-regelaar. Dit stelt de masterwaarschijnlijkheid in. Specifieke stappen herhalen (step loop) U kunt een geselecteerde stap of stappen herhaaldelijk laten afspelen tijdens het afspelen van een patroon. De ritme-instrumenten die de geselecteerde stap afspeelt, worden allemaal in een lus herhaaldelijk afgespeeld. Alleen de ritmes worden in een lus afgespeeld.
Pagina 18
De ritmesequencer gebruiken Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [PATTERN]-knop. De [PATTERN]-knop licht op en het apparaat bevindt zich in de step loop-modus. Druk op een stapknop. Druk op de [PATTERN]-knop als u klaar bent. Realtime-invoer (tikinvoer) Druk op de [ó] (REC)-knop. De [ó] (REC)-knop licht op.
De bassequencer gebruiken De bassequencer gebruiken Basishandelingen (basisstappen voor het invoeren van noten) Druk op de [BASS]-knop om de bas te selecteren. De stapknoppen waarin noten zijn ingevoerd, lichten op. Stapknoppen waarvoor een overbinding is ingevoerd, lichten zwak Druk op een stapknop. Als de stap leeg is, wordt ofwel een C2-noot (standaardwaarde) ingevoerd, of wordt de noot die u net voor het wissen van de noot invoerde, opnieuw ingevoerd.
Pagina 20
De bassequencer gebruiken Druk op een van de stapknoppen (en blijf de stapknop ingedrukt houden totdat u klaar bent met bewerken). De noot van de stap wordt weergegeven. Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar terwijl u de stapknop ingedrukt houdt om de waarde van de noot te bewerken (n.
Pagina 21
De bassequencer gebruiken Druk op de [KYBD]-knop. Klaviermodus is geactiveerd voor de stapknoppen. Als een ritme-instrument is geselecteerd, schakelt het apparaat over op bas. De stappen bewerken (klaviermodus) Druk op de [KYBD]-knop terwijl de sequencer is gestopt. Druk op de [ó] (REC)-knop. Als [ó] (REC) niet is opgelicht, drukt u op een stapknop terwijl u de [KYBD]-knop ingedrukt houdt om te beginnen met bewerken vanaf de gewenste stap.
De bassequencer gebruiken De [KYBD]-knop knippert en u kunt de stapknoppen gebruiken om in de klaviermodus bewerkingen uit te voeren. De noot-, octaaf- en slide-informatie wordt aangegeven door de manier waarop de knoppen oplichten. De stapnummers worden op het display weergegeven (zoals “St. 1”), en u kunt de [TEMPO/VALUE]-regelaar gebruiken om tussen stappen te schakelen.
De bassequencer gebruiken Accenten en slides invoeren met stapinvoer Naast het invoeren van accenten en slides in stapmodus of in klaviermodus, kunt u ze ook allemaal tegelijk invoeren. Druk op de [BASS]-knop om de bas te selecteren. Druk op de [ACCENT]-knop. “b.
Delay en reverb gebruiken Delay en reverb gebruiken De delay configureren Het delayvolume en de feedback aanpassen Draai aan de [DELAY]-regelaar. De delaytijd instellen Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de [DELAY]-regelaar. Als Delay Sync op ON staat, wordt de volgende tekst weergegeven als u aan de [DELAY]-regelaar draait. 1_32: Tweeëndertigste noot...
Pagina 26
Delay en reverb gebruiken Het volume van de reverb regelen Draai aan de [REVERB]-regelaar. De reverbtijd instellen Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en draai aan de [REVERB]-regelaar.
Pagina 27
Delay en reverb gebruiken Instellen hoeveel signaal er naar de reverb wordt gestuurd Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [OCT-(REVERB)]-knop. “r. S nd” wordt weergegeven. Druk op de knop van het instrument dat u wilt instellen. De huidige waarde (0-127) wordt op het display weergegeven. * Druk op de [ACCENT]-knop om de verzendhoeveelheid in te stellen voor het signaal dat via USB wordt ontvangen.
Functies, menu's en snelkoppelingen Functies, menu's en snelkoppelingen De functies gebruiken Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de stapknop die overeenkomt met de functie die u wilt uitvoeren. Als u schakelt tussen STAP 1–16/17–32 of FILL TRG, RANDOM of PTN CLEAR gebruikt, keert het display terug naar het vorige scherm nadat de functie is uitgevoerd.
Functies, menu's en snelkoppelingen Bewerking Uitleg [SHIFT] + [C (EXIT)] Verlaat het menu. [SHIFT] + [C# (ENTER)] Bevestigt het bewerken van een waarde of de selectie van een item. [SHIFT] + [D (SHUFFLE)] Configureert de shuffle-instellingen van het patroon. Stelt de lengte (de laatste stap) van het geselecteerde patroon in. * Dit kan afzonderlijk worden ingesteld voor ritme en voor bas.
Functies, menu's en snelkoppelingen Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [OCT+ (MENU)]-knop. Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om het item te selecteren en druk op de instrumentknop of de [C# (ENTER)]-knop. De waarde wordt weergegeven. Ø Menulijst Draai aan de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de waarde in te stellen. Druk op de [C (EXIT)]-knop om terug te keren naar de lijst met menu's (stap 2).
Pagina 31
Functies, menu's en snelkoppelingen Item Waarde Uitleg Regelt de panning (waar het instrument zich in het stereoveld bevindt) van het geselecteerde L64–C0– PAn (Pan) instrument (L64–C0–R63). Regelt de attacksterkte van de basdrum. AtK (Attac 0–255 Regelt het volume van de snaredraden voor het snaredrumgeluid. SnPy (Sna 0–255 ppy)
Pagina 32
Functies, menu's en snelkoppelingen Item Waarde Uitleg * Het sidechaineffect wordt geactiveerd door de ritmesequencer. Hoewel het sidechaineffect aanhoudt wanneer u de LEVEL-regelaar van het instrument dat u voor de activeringsbron heeft geselecteerd naar beneden draait, zorgt het dempen van het triggerbroninstrument ervoor dat het sidechaineffect verloren gaat.
Functies, menu's en snelkoppelingen Item Waarde Uitleg Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de opslagbestemming te selecteren. Druk op de [C# (ENTER)]-knop om te kopiëren. Druk op de [C (EXIT)]-knop om te annuleren. Kopieert het ritmepatroon naar een opgegeven patroon. Het nummer van de opslagbestemming wordt op het display weergegeven. CPƮr Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om de opslagbestemming te selecteren.
Aansluiten op een computer of mobiel apparaat Aansluiten op een computer of mobiel apparaat U kunt audio- en MIDI-gegevens verzenden en ontvangen door een USB-kabel van uw computer of mobiele apparaat (smartphone of tablet) op dit apparaat aan te sluiten. U hoeft hiervoor geen stuurprogramma van het apparaat op uw computer of ander apparaat te installeren (het apparaat ondersteunt USB Audio Device Class 2.0-specificaties).
Het station van dit apparaat heeft ongeveer een minuut nodig om klaar te zijn. De stapknoppen lichten op om de voortgang te tonen. Open het “T-8”-station op uw computer. De map “BACKUP” op het “T-8”-station bevat een “BASS”- en “RHYTHM”-submap, die de back-upbestanden voor de bas en het ritme bevatten. Kopieer de back-upbestanden naar de computer.