Elektrische installatie
5.8 Stuurkabels
Alle klemmen naar de stuurkabels bevinden zich onder het
LCP in de frequentieregelaar. Ze zijn toegankelijk door de
deur te openen (E1h en E2h) of het frontpaneel te
verwijderen (E3h en E4h).
5.8.1 Stuurkabelroute
Plaats alle stuurkabels en bind ze vast zoals aangegeven in
Afbeelding 5.16. Vergeet niet om de afscherming op de
juiste wijze aan te sluiten om te zorgen voor optimale
elektrische immuniteit.
•
Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-
nenten in de frequentieregelaar.
•
Wanneer een thermistor op de frequentieregelaar
wordt aangesloten, moet u ervoor zorgen dat de
stuurkabels van de thermistor afgeschermd en
versterkt/dubbel geïsoleerd zijn. Het gebruik van
een 24 V DC-voeding wordt aanbevolen
Aansluiting veldbus
Er moeten aansluitingen worden gemaakt naar alle
relevante opties op de stuurkaart. Zie de relevante veldbu-
sinstructies voor meer informatie. De kabel moet in de
eenheid langs andere stuurkabels worden geleid en
worden vastgezet. Zie Afbeelding 5.16.
Afbeelding 5.16 Kabelroute voor stuurkaart
MG16P110
Bedieningshandleiding
5.8.2 Stuurklemtypen
Afbeelding 5.17 toont de verwijderbare connectors van de
frequentieregelaar. In Tabel 5.1 – Tabel 5.3 vindt u een
overzicht van de functies en standaardinstellingen van de
klemmen.
Afbeelding 5.17 Stuurklemposities
1
2
1
Klemmen voor seriële communicatie
2
Digitale in-/uitgangsklemmen
3
Analoge in-/uitgangsklemmen
Afbeelding 5.18 Klemnummers zoals aangegeven op de
connectors
Danfoss A/S © 01/2017 Alle rechten voorbehouden.
61
68
69
39
42 50 53 54 55
12 13 18 19 27 29 32 33 20 37
5
5
3
41