Aarden — optionele speciale afvoerdraad
Frequenties die worden uitgezonden door apparatuur zoals schakelende voedingen of
MF/HF-zenders etc. kunnen interferentie veroorzaken bij het touchscreen van uw MFD. Als u
problemen hebt met de werking van het touchscreen, kan het aanbrengen van een extra speciale
aardingsdraad het probleem oplossen.
Opmerking:
De extra draad is een aanvulling op de aardingsdraad (afscherming) die deel uitmaakt van de
voedingskabel van het product en mag ALLEEN worden gebruikt wanneer er sprake is van
interferentie bij het touchscreen.
Verbindt één uiteinde van de extra afvoerdraad (niet meegeleverd) met uw product.
Verbindt het andere uiteinde van de extra afvoerdraad met hetzelfde punt als de afvoerdraad
(afscherming) van de voedingskabel. Dit is óf het RF-aardingspunt van het schip, of de negatieve
accupool bij schepen zonder RF-aardingssysteem.
Het gelijkspanningssysteem dient één van de volgende te zijn:
• Negatief geaard, met de negatieve accupool aangesloten op de massa van het schip, of
• Bufferaarde, waarbij geen van beide accupolen zijn verbonden met de massa van het schip.
Als er verschillende items zijn die dienen te worden geaard, kunnen deze eerst worden aangesloten
op een enkel lokaal punt (bijvoorbeeld binnen een schakelpaneel). Dit punt wordt vervolgens via een
enkele geleider met het juiste nominale vermogen aangesloten op het algemene RF-aardingspunt
van het schip.
Implementatie
De aanbevolen minimumvereiste voor aarding is via een platte, vertinde, koperen omvlechting met
een nominaal vermogen van 30 A (1/4 inch) of hoger. Als dit niet mogelijk is, kan een vergelijkbare
geleider met gevlochten draad worden gebruikt, met de volgende nominale waarde:
• voor lengten van <1 m (3 ft) gebruikt u 6 mm
• voor lengten van >1 m (3 ft) gebruikt u 8 mm
Houd de lengte van omvlechting of de bedrading in een aardingssysteem altijd zo kort mogelijk.
Verwijzingen
• ISO10133/13297
Verbindingen
2
(#10 AWG) of groter.
2
(#8 AWG) of groter.
61