Objectvectoren
Objectvectoren laten de voorspelde toekomstige koers zien van een object.
Objectvectoren voor opgehaalde radarobjecten worden altijd weergegeven. Standaard worden
objectvectoren ook weergegeven voor alle AIS-objecten. U kunt AIS-vectoren weergeven instellen
op Handmatig, waardoor u de vectoren voor AIS-objecten voor ieder object afzonderlijk Aan en Uit
kunt zetten via het contextmenu van het object.
De lengte van de vectorlijn geeft aan waar het object is nadat de tijd die is gespecificeerd in
Vectorperiode is verstreken. De vectorperiode kan worden aangepast door de huidige waarde van
Vectorperiode te selecteren en een tijd te kiezen in de opties.
Objecthistorie
De objecthistorie laat de vorige posities van een object zien.
De objecthistorie kan worden in- en uitgeschakeld met de schakelaar Historie weergeven.
De objecthistorie wordt geplot door het tonen van een objectsymbool op de positie van het schip
op ieder moment dat de periode die is gespecificeerd voor de instelling Interval is verstreken. Het
Interval wordt automatisch berekend op basis van de Vectorperiode van objectvector, gedeeld
door 4.
140