7.1.2.2 TASK CONTROLLER-MENU BIJ GETROKKEN MACHINE
Afbeelding 34
Beschrijving displayelementen
7.2
AFGIFTE VAN ÉÉN ZAAIGOEDSOORT
Als in het Basisinstellingen-menu in het weergave-element "Aantal af te geven zaaigoedsoorten" "1" wordt
gekozen, dan staat in het Work-menu één zaaigoedsoort ter beschikking. Beide zaaiassen worden
weergegeven, die afzonderlijk in- en uitgeschakeld kunnen worden.
Bovendien kunnen beide secties afzonderlijk via de Task Controller in- en uitgeschakeld worden.
Informatie over het Task Controller-menu vindt u in punt 6.3.6.
7.2.1
AFDRAAI-MENU
Bij de afdraaiproef moeten twee werkbreedtes (elke sectie afzonderlijk) worden ingevoerd. Deze worden
automatisch opgeteld tot één totale werkbreedte.
Hier worden de horizontale afstanden (AI en AII)
van het referentiepunt aan de tractor tot de
aanhangeras en de horizontale afstand (B) van het
referentiepunt aan de tractor tot de zaaibalk
ingevoerd.
Het referentiepunt bij een getrokken machine is bij
gebruik van een muilkoppeling het midden van de
muilkoppelingpen,
bij
middelpunt van de koppelbol of de trekstang.
een
bolkoppeling
het
39