Beschrijving displayelementen
Toont de actueel gemeten rijsnelheid.
Indien „N/A" verschijnt, is de gekozen snelheidsbron niet beschikbaar.
Toont de actueel ingestelde snelheidsbron. Ingesteld worden kan:
Geeft de actuele kalibratiewaarde van de wiel-, radar- of GPS-sensor. Dit symbool
verschijnt alleen wanneer de snelheidsbron op extern radar/GPS of extern wiel is
ingesteld.
Geeft aan of een akoestisch signaal bij werkpositiewisseling is ingeschakeld of niet.
Geeft de actuele werkpositiebron aan. Ingesteld worden kan:
6.3.4.1 KALIBRATIE UITVOEREN
Er zijn twee methoden om het snelheidssignaal van de sensoren te kalibreren:
Handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren op een gereden afstand van 100 meter.
26
ISOBUS Machine Selected: de snelheid wordt van de tractor overgenomen. De
signalen worden hierbij in de volgende volgorde opgevraagd en het meest
precieze signaal wordt automatisch gekozen (de volgorde stemt overeen met de
signaalprecisie): ISOBUS Ground Based, ISOBUS Wheel Based en ISOBUS
GNSS Based.
ISOBUS Ground Based: de snelheid wordt van de tractor overgenomen.
Hiervoor wordt de werkelijke snelheid gebruikt, meestal van een radarsensor.
ISOBUS Wheel Based: de snelheid wordt van de tractor overgenomen. Hier
wordt de theoretische snelheid van de transmissie gebruikt.
ISOBUS GNSS Based: de snelheid wordt van de tractor overgenomen. Hiervoor
wordt de bepaalde snelheid van een GNSS-signaal gebruikt.
Extern Radar/GPS: de snelheid wordt hier van een radar- of GPS-sensor
gebruikt, die op de machine is gemonteerd.
Extern wiel: de snelheid wordt hier van een wielsensor gebruikt, die op de
machine is gemonteerd.
Gesimuleerd: de snelheid wordt van de in de afdraaiproef ingestelde snelheid
overgenomen.
ISOBUS achterhefwerk: het werkpositiesignaal wordt van de tractor
overgenomen.
Extern: het werkpositiesignaal wordt van een werkpositiesensor gebruikt, die
aan de machine is gemonteerd.
Extern invers: het werkpositiesignaal wordt van een werkpositiesensor gebruikt,
die aan de machine is gemonteerd. De ingang is daarbij geïnverteerd.
Niet aanwezig/OFF: er is geen werkpositiesignaal aanwezig. De werkpositie
worst altijd als werkend aangenomen.
Hier kan worden ingesteld vanaf welke hefwerkpositie de
aanbouwmachine in de "Werkpositie" of "Opgetild" wordt geschakeld.
Deze weergave verschijnt alleen, wanneer de werkpositiebron op
ISOBUS achterhefwerk is ingesteld.