sleuteltje eruit, en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat
u de machine verlaat.
2.
Til de handgreep van vergrendeling de motorkap
op en til de motorkap van de machine
31).
3.
Verzeker dat de benaderingsschakelaar (buiten
het H-frame) zich op niet meer dan 1,5 mm van
de activeringsplaat bevindt
Figuur 33
1. Benaderingsschakelaar
nr. 3
2. Activeringsplaat
3. 1,5 mm tussenruimte
4.
Verzeker dat benaderingsschakelaar nr. 3 goed
werkt.
5.
Indien nodig: maakt de borgmoer en slotbout
los waarmee de schakelaar bevestigingsplaat is
gemonteerd, en til deze tot de hoogste stand, zet
de bevestigingsplaat dan weer vast
(Figuur
(Figuur
33).
g261628
g261629
4. Borgmoer en slotbout
5. H-beugel
(Figuur
33).
Opmerking:
gesteld zal de koppeling eerder inschakelen.
6.
Draai de borgmoer vast
7.
Lijn de beugel van de motorkap uit met de
bevestiging van de motorkap op de machine.Lijn
de beugel van de motorkap uit met de
bevestiging van de motorkap op de machine.
8.
Plaats de motorkap op de machine en
verzeker dat de motorkap geborgd is met
de vergrendeling.Plaats de motorkap op de
machine en verzeker dat de motorkap geborgd
is met de vergrendeling.
9.
Controleer de kwaliteit van het gat (intrede en
uittrede van de tanden).Controleer de kwaliteit
van het gat (intrede en uittrede van de tanden).
Belangrijk:
start voordat deze de grond raakt, en als
de positieschakelaar zo hoog mogelijk
staat, dan kan het zijn dat de elektrische
koppeling versleten is waardoor deze
met vertraging inschakelt. Neem contact
op met uw Toro-distributeur of zie de
Onderhoudshandleiding.
Minitanden (Quad-tand)
Vanwege het ontwerp met dubbele rijen moet de
gatafstand bij de beluchtingskop met minitanden
worden ingesteld op 6,3 cm. De rijsnelheid is zeer
belangrijk om een effectieve gatafstand van 3,2 cm te
behouden. Zie
Instellen van de gatafstand (bladz. 52)
als de gatafstand iets moet worden gewijzigd.
Bij gebruik van de minitandhouder of grotere massieve
tanden is de structuur van de graswortels belangrijk
om te voorkomen dat de grasmat wordt beschadigd
doordat de wortels worden stuk getrokken. Indien
de middelste 2 armen het gras omhoogtrekken of de
wortels ernstig worden beschadigd, gaat u als volgt
te werk:
•
Vergroot de gatafstand
•
Gebruik kleinere tanden
•
Verminder de werkdiepte
•
Verwijder een aantal tanden
De hefbeweging die massieve tanden creëren
wanneer ze uit het gras worden getrokken kan het
gras beschadigen. Bij deze beweging kunnen de
wortels stuk worden getrokken als het aantal tanden
te groot is of de diameter van de tanden te groot is.
28
Als de schakelaar hoger wordt
(Figuur
33).
Als de beluchtingskop niet