Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
10. METING STARTEN
Richt de lichtsensor rechtstreeks op de lichtbron. Zorg ervoor, dat zich geen voorwerpen
of personen tussen de lichtbron en lichtsensor bevinden.
Houd de datalogger met een arm zo ver mogelijk van uw lichaam af of bevestig
het meetinstrument met behulp van de meegeleverde houder op een statief om de
meetresultaten niet zelf te beïnvloeden (het statief is niet in de omvang van de levering
begrepen). Verwijdert u zich indien mogelijk ongeveer 2 m van de meetplaats. Vermijd
trillingen of bewegingen.
1. Installeer de software en stel de gegevenslooger in.
2. Klik op het menupunt "Apparaat", dan op "Instellen" (softwarehandboek hoofdstuk vanaf
6.8) en stel via punt "Logger-modus" in, hoe u de meting wilt starten. Kies "Na set-up"
om de meting automatisch te laten starten nadat u de set-up hebt voltooid. Of kies "Door
toets" Houd de gegevensloggerknop gedurende ca. 2 seconden ingedrukt om het meten
te starten.
3. Nadat het vooringestelde opslagrate werd bereikt, wordt het opslaan automatisch beëin-
digd.
4. Wanneer het geheugen van de gegevenslogger vol is, wordt het meten automatisch
afgebroken.
5. De registratie kan ook te allen tijden door het voortijdige uitlezen op de computer worden
beëindigd.
6. Start de Voltsoft-software en verbind de gegevenslogger met de computer. Volg de
aanwijzingen van het softwarehandboek (zie vanaf hoofdstuk 6.8.3).
7. Ontkoppel de gegevenslogger na het uitlezen van de USB-poort.
Blijft de gegevenslogger voor langere tijd aan de USB-poort van de computer, dan kan
zich de batterij voortijdig ontladen.
Daarom raden wij aan om bij langer niet-gebruik van de gegevenslogger de batterij uit het
apparaat te verwijderen.
50
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
