Bedienings-
organen
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel en de bijgeleverde
afstandsbediening beschreven.
10
NL
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
1 Aan/uit-schakelaar (?/1)
Druk hierop om de tuner/versterker aan of uit te
zetten.
Om beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen,
draait u eerst de VOLUME regelaar van de tuner/
versterker geheel naar links, voor of vlak nadat u het
apparaat inschakelt.
Spanningslampje (STANDBY)
Dit licht op wanneer de tuner/versterker is
uitgeschakeld.
2 Afstandsbedieningssensor
Voor gebruik van de bijgeleverde afstandsbediening
richt u die op deze sensor (
3 Sluimerfunctielampje (SLEEP)
Dit licht op bij gebruik van de sluimerfunctie voor
automatisch uitschakelen van de tuner/versterker (zie
blz. 24).
4 Digitaalbufferlampje (H.A.T.S.)
Dit licht op bij gebruik van de H.A.T.S. (High-quality
digital Audio Transmission System) weergavebuffer
(zie blz. 25).
5 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
Door meermalen indrukken van deze toets kunt u
kiezen welke informatie er in het uitleesvenster
verschijnt, als volgt:
v
Naam van de geluidsbron
v
Type geluidsbron
Bij radio-ontvangst via de ingebouwde tuner
v
Naam van de voorkeurzender
of vaste informatiezendernaam
v
Afstemfrequentie
1) De naam van de geluidsbron of voorkeurzender verschijnt alleen
als u een naam hebt ingevoerd voor de betreffende geluidsbron
(zie blz. 22).
2) Als de naam niet bekend is, wordt de categorie van het apparaat
aangegeven (bijv. "CD" of "MD"). Als ook de categorie niet
bekend is, verschijnt de aanduiding "Unknown".
3) De vaste zendernaam verschijnt alleen tijdens RDS ontvangst
(zie blz. 18).
Als u op de DISPLAY toets drukt terwijl de Ping
geluidsbron-identificatie is ingeschakeld, dan licht de
aanduiding "N N n n" enkele seconden lang
op in het uitleesvenster van de gekozen component
(zie blz. 25).
).
1)
2)
1)
3)